5. Inbedrijfstelling
5.5
Afsluitende werkzaamheden
5.6
Weergave van de gemeten waarden
64
Controle- en instelwaarden O
Keteltype
Quinta Pro 45
Quinta Pro 65
Quinta Pro 90
Quinta Pro 115
1. Verwijder de meetapparatuur.
2. Draai de dop op het rookgasmeetpunt.
3. Plaats de frontmantel terug. Draai de twee schroeven een
kwartslag vast.
4. Druk op de toets > om de ketel in de normale bedrijfstoestand
terug te brengen.
5. Warm de CV-installatie op tot ongeveer 70°C.
6. Schakel de ketel uit.
7. Ontlucht de CV-installatie na circa 10 minuten.
T001522-A
8. Zet de ketel aan.
9. Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en luchttoevoer
op dichtheid.
10.Controleer de waterdruk. Indien nodig: vul de CV-installatie bij
(geadviseerde waterdruk tussen 1,5 en 2 bar).
11.Vul op het typeplaatje de gebruikte gassoort in.
12.Instrueer de gebruiker over de werking van de installatie, ketel en
regelaar.
13.Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker.
14.Vul samen met de eindgebruiker de meegeleverde Garantiekaart
in.
15.Bevestig de Inbedrijfstelling door middel van een handtekening en
firmastempel.
De besturingsautomaat meet continu diverse waarden van de ketel.
Deze waarden kunnen worden uitgelezen op het bedieningspaneel
van de ketel.
5.6.1.
Uitlezen diverse actuele waarden
In het informatiemenu Q kunnen de volgende actuele waarden
worden uitgelezen:
4 5t = Status.
4 5v = Sub-status.
4 t1 = Aanvoertemperatuur (°C).
4 t" = Retourtemperatuur (°C).
4 t3 = Boilertemperatuur (°C).
/CO
bij laaglast voor G31 (Propaan)
2
2
Instelwaarde
O
(%)
CO
(%)
2
2
4,6 ± 0,2
10,7 ± 0,1
4,6 ± 0,2
10,7 ± 0,1
4,6 ± 0,2
10,7 ± 0,1
4,9 ± 0,2
10,5 ± 0,1
Quinta Pro 45 - 65 - 90 - 115
Controlewaarde
O
(%)
CO
(%)
2
2
4,6 ± 0,5
10,7 ± 0,2
4,6 ± 0,5
10,7 ± 0,2
4,6 ± 0,5
10,7 ± 0,2
4,9 ± 0,5
10,5 ± 0,2
250413 - 121803-03