6 Telefoon-
gesprekken
voeren
Opmerking
•
Tijdens een stroomstoring kunt u met de
telefoon geen alarmnummers bellen.
Tip
•
Controleer de signaalsterkte voordat u gaat
bellen of terwijl u een telefoongesprek voert
(zie 'De signaalsterkte controleren' op pagina
13).
Bellen
U kunt op de volgende manieren bellen:
•
Normale oproep
•
Bellen naar een vooraf gekozen
nummer
•
Bellen via de snelkeuzetoets
U kunt ook bellen via de herhaallijst
(zie 'Een nummer herhalen' op pagina
32), het telefoonboek (zie 'Kiezen
vanuit het telefoonboek' op pagina
24) en de bellijst (zie 'Terugbellen'
op pagina 30).
Normale oproep
1
Druk op
of
2
Kies het telefoonnummer.
» Het nummer wordt gebeld.
» De duur van het huidige gesprek
wordt weergegeven.
.
Bellen naar een vooraf gekozen
nummer
1
Toets het telefoonnummer in.
•
Als u een cijfer wilt wissen, drukt
u op [Wis].
•
Als u een pauze wilt inlassen,
houdt u
2
Druk op
of
bellen.
Bellen via de snelkeuzetoets
Als u een contactpersoon al hebt
opgeslagen in de snelkeuzelijst, houdt
u de toets ingedrukt om een oproep te
maken.
Tip
•
Raadpleeg voor meer informatie over het
instellen van de snelkeuzetoetsen het
hoofdstuk 'De snelkeuzetoetsen instellen'.
Opmerking
•
De gesprekstijd van uw huidige oproep wordt
getoond in de oproeptimer.
•
Als u waarschuwingstonen hoort, is de batterij
van de telefoon bijna leeg of is de telefoon
buiten bereik. Laad de batterij op of beweeg
de telefoon in de richting van het basisstation.
Een gesprek aannemen
Wanneer de telefoon overgaat, kunt u
de volgende opties selecteren:
•
Raak de sensor aan en laat deze
weer los (als de handset op het
basisstation zit) of druk op
om het gesprek aan te nemen.
•
[Drsch] selecteren om een
inkomende oproep naar het
antwoordapparaat te sturen.
ingedrukt.
om het nummer te
of
NL
17