8
Verwarmingsinstallatie in bedrijf stellen
8.12 Tijdens de werking op lekkages controleren
Tijdens de werking op lekkages controleren
Bij draaiende brander alle afdichtlocaties in de totale
gasroute van de brander met een schuimvormend
middel controleren, b.v.:
– testnippel,
– sproeiers,
– sproeiers enz.
Het middel moet goedgekeurd zijn als controlemiddel
voor dichtheid bij gasinstallaties.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door kortsluiting.
Dek de plaatsen die gevaar lopen, voor
OPGELET!
de dichtheidsproef af.
Sproei het lekzoekmiddel niet op
kabelwartels, stekkers of elektrische
kabels. Laat het daar ook niet op
druppelen.
8.13 Meetwaarden opnemen
Voor de volgende metingen moet u een meetpunt in de
rookgasleiding aanbrengen. De afstand tot de
trekonderbreker moet overeenkomen met het dubbele
van de diameter van de rookgasleiding (AA).
Wanneer de rookgasleiding direct na de
trekonderbreker is aangesloten met een bocht, moet het
meetpunt voor de kromming aangebracht worden.
Breng een meetpunt aan in de rookgasleiding aan de
zijde die van de ketel is afgewend. Boor daarvoor
een gat met een diameter van 8 mm in de
rookgasleiding.
De volgende metingen moeten bij het meetpunt in de
rookgasleiding uitgevoerd worden:
– Trek
– Rookgasverlies
– Koolmonoxidegehalte
32
Specifieke gasketel Logano G144/G144 V - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
Afb. 33 Meetwaarden opnemen
1 Meetpunt in de rookgasleiding
1
ø AA