Gebruik van de digitale fotocamera
Gebruik van de digitale fotocamera
Camera-opname
Camera-opname
Kiezen van de
beeldkwaliteit en het
beeldformaat
Camcorder-gebruiksfunctie:
Kaart-camera
De beeldkwaliteit van de beelden op de
kaart wordt bepaald door de beeldkwaliteit-
en beeldformaat-instelling. Kies de instelling
die geschikt is voor uw doel.
Aantal beelden dat op de bijgeleverde
8MB SD geheugenkaart kan worden
opgenomen
Aantal beelden (bij benadering)
Beeldkwaliteit-
instelling
1280 G 960
NORMAL
20
ECONOMY
40
FINE
10
Opmerking:
• Het aantal beelden dat opgenomen kan worden verschilt
afhankelijk van de diverse combinaties van de
beeldkwaliteit- en beeldformaat-instellingen die gebruikt
worden en het soort beelden dat wordt opgenomen.
Kiezen van de beeldkwaliteit
De camcorder comprimeert elk beeld
overeenkomstig de gekozen beeldkwaliteit-
instelling, om zo een optimaal gebruik van
het geheugen op de kaart te verkrijgen.
Beschikbare instellingen
NORMAL: De beelden worden met de
standaard beeldkwaliteit opgenomen.
ECONOMY: U kunt meer beelden
opnemen dan in de NORMAL stand
maar de kwaliteit is lager.
FINE: De beelden worden met een
hogere kwaliteit dan in de NORMAL
stand opgenomen, maar het aantal
beelden dat opgenomen kan worden
is kleiner.
78
1280 G 720
640 G 480
30
90
64
160
14
50
1
Zet de medium-keuzeschakelaar op
u, houd vervolgens de
vergrendeltoets ingedrukt en zet de
spanningsschakelaar op v.
2
Druk in de kaart-camerastand op de
MENU toets zodat het menuscherm
verschijnt.
3
Druk op l of m van de insteltoets
om Y te kiezen en druk dan op het
midden van de insteltoets.
4
Druk op l of m om "REC MODE" te
kiezen en druk dan op het midden
van de insteltoets.
S E T T I N G
F I L E
S E L F T I ME R
R E C
I MAG E S I Z E
F L A S H
R E D E Y E
R E T URN
5
Druk op l of m om de gewenste
instelling te kiezen en druk dan op het
midden van de insteltoets.
RE C MODE
Vergrendeltoets
N O .
MO D E
NORMA L
E C O NOMY
F I N E
E C ONOMY