Handige functies
Camera-opname
In- en uitfaden
Camcorder-gebruiksfunctie:
Cassette-camera
De fade-functie stelt u in staat om het beeld
en geluid geleidelijk te laten opkomen of
verdwijnen aan het begin of eind van een
scène om aldus scène-overgangen te
maken. Dit is vooral interessant wanneer er
een grote verandering in omgeving is
tussen twee opeenvolgende scènes.
Insteltoets
DISPLAY/MODE SET
toets
Infaden
Uitfaden
Gebruik
1
Druk in de cassette-camerestand op
de DISPLAY/MODE SET toets totdat
het functiescherm verschijnt.
2
Druk op l of m van de insteltoets
om "FADE" te kiezen.
F O C U S
A U T O F O C U S
B L C G A I N
/
F A D E
3
Druk op l of m om "ON" te kiezen
en druk dan op het midden van de
insteltoets.
40
4
5
6
Opname-start/
stoptoets
Annuleren van de fade-functie
Kies "OFF" in stap 3 hiernaast.
Alleen uitfaden
1
2
O F F
3
Opmerking:
• Na het uitfaden komt de fade-functie
automatisch te vervallen.
Druk op de DISPLAY/MODE SET
toets totdat de beeldscherm-
indicators verschijnen.
Druk op de opname-start/stoptoets
om te beginnen met opnemen.
• Het scherm wordt wit en het beeld en
geluid komen geleidelijk op.
F A D E I N
F A D E I N
A U T O
A U T O
3 0min
3 0min
min
Druk op de opname-start/stoptoets
wanneer u de opname wilt stoppen.
• Het beeld en geluid verdwijnen
geleidelijk en het scherm wordt wit.
De camcorder schakelt in de
opname-paraatstand.
F A D E
F A D E O U T
O U T
A U T O
A U T O
2
2 7
7min
min
min
Tijdens opnemen met de camera in
de cassette-camerastand drukt u op
de DISPLAY/MODE SET toets totdat
het functiescherm verschijnt.
Voer de stappen 2 en 3 uit in "Gebruik".
Druk op de opname-start/stoptoets
wanneer u de opname wilt stoppen.
R E C
R E C
R E C
R E C
R E C