OPMERKING
▪ In geval van overdruk zal het systeem wat vloeistof via
de overdrukveiligheidsklep laten ontsnappen. Indien
glycol werd toegevoegd in het systeem, zorg er dan
voor dat er terug voldoende glycol wordt toegevoegd.
▪ In ieder geval, zorg er steeds voor dat de slang van de
overdrukveiligheidsklep NOOIT verstopt is om overdruk
te laten ontsnappen. Zorg ervoor dat er geen water in
de slang kan stagneren en/of bevriezen.
WAARSCHUWING
Door de aanwezigheid van glycol kan er corrosie van het
systeem optreden. Ongebonden glycol verandert in een
zuur onder invloed van zuurstof. Dit proces wordt versneld
door de aanwezigheid van koper en bij hoge temperaturen.
De zure ongebonden glycol tast metalen oppervlakken aan
en vormt galvanische corrosiecellen die ernstige schade
toebrengen aan het systeem. Daarom is het belangrijk dat:
▪ de waterbehandeling correct wordt uitgevoerd door een
bevoegd waterspecialist,
▪ glycol met corrosie-inhibitoren wordt gekozen om te
voorkomen dat er zuren worden gevormd door de
oxidatie van glycolen,
▪ er geen glycol voor auto's wordt gebruikt omdat de
corrosie-inhibitoren daarin een beperkte levensduur
hebben en silicaten bevatten die het systeem kunnen
vervuilen of verstoppen,
▪ gegalvaniseerde leidingen NIET worden gebruikt bij
glycolsystemen aangezien de aanwezigheid daarvan
ertoe kan leiden dat bepaalde bestanddelen in de
glycolcorrosie-inhibitor neerslaan.
Door glycol in het watercircuit toe te voegen, vermindert het
toegestaan maximumwatervolume van het systeem. Voor meer
informatie,
zie
hoofdstuk
"Het
controleren" in de uitgebreide handleiding voor de installateur.
7.7.7
Het watercircuit vullen
1 Sluit de watertoevoerslang aan op de aftap- en vulkraan.
2 Open de aftap- en vulkraan.
3 Indien er een automatisch ontluchtingsventiel werd geplaatst,
zorg er dan voor dat deze open is.
4 Vul het watercircuit tot de manometer (ter plaatse te voorzien)
een druk aangeeft van ±2,0 bar.
5 Ontlucht het watercircuit zoveel als mogelijk. Voor installatie-
instructies, zie
"9 Inbedrijfstelling" op
6 Vul het circuit opnieuw tot de druk ±2,0 bar bedraagt.
7 Herhaal stappen 5 en 6 tot alle lucht uit het systeem is ontsnapt
en er geen drukvallen meer zijn.
EBLQ05+07CAV3 + EDLQ05+07CAV3 + EKCB07CAV3 +
EK2CB07CAV3 + EKMBUHCA3V3 + EKMBUHCA9W1
Daikin Altherma lage temperatuur monobloc
4P405544-1B – 2015.08
watervolume
en
waterdebiet
pagina 83.
8 Sluit de aftap- en vulkraan.
9 Koppel de watertoevoerslang los van de aftap- en vulkraan.
OPMERKING
De waterdruk op de manometer varieert volgens de
watertemperatuur
(hogere
watertemperatuur).
De waterdruk moet echter steeds groter dan 1 bar zijn om
te voorkomen dat lucht in het circuit zou binnendringen.
7.7.8
De tank voor warm tapwater vullen
Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
tank voor warm tapwater.
7.7.9
De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en om
ervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit niet
vermindert.
Om ervoor te zorgen dat de waterleidingen buiten tijdens de winter
niet bevriezen, MOET het isolatiemateriaal minstens 13 mm dik zijn
(met λ=0,039 W/mK).
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
Bescherm tijdens de winter de waterleidingen en de afsluiters, zodat
deze niet kunnen bevriezen door verwarmingstape (ter plaatse te
voorzien) er rond te wikkelen. Indien de buitentemperatuur lager dan
–20°C kan worden en er wordt geen verwarmingstape gebruikt,
wordt geadviseerd de afsluiters binnen te monteren.
7.8
De elektrische bedrading
aansluiten
7.8.1
Over het aansluiten van de elektrische
bedrading
Vooraleer de elektrische bedrading aan te sluiten
Controleer of de waterleiding is aangesloten.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7 Installatie
druk
bij
hogere
43