Het app-menu <Instellingen>
13.1.5 Uitschakelaankondiging instellen
De functie
looptijd is verstreken. In de uitschakelaankondigingsmodus brandt de
verlichting volgens de ingestelde helderheidswaarde voor de oriëntatiever-
lichting.
Als gedurende de uitschakelaankondigingstijd een beweging wordt gedetec-
teerd, keert de melder terug naar de laatste geactiveerde bedrijfstoestand.
Dit kan de regelmodus of de oversturingsmodus zijn.
Voor de uitschakelaankondigingstijd kan een waarde van 0 tot 240 secon-
den worden ingesteld.
Voorbeeld: De verlichtingssterkte is handmatig gedimd via een externe
schakelaar, waardoor de Light Control Box zich in de oversturingsmodus
bevindt. De vooraf ingestelde nalooptijd is verstreken. Op dat moment
gaat de uitschakelaankondigingstijd in, die is ingesteld op 60 seconden.
De verlichting brandt gedurende deze 60 seconden volgens de ingestelde
helderheidswaarde voor de oriëntatieverlichting. Als gedurende deze tijd
aanwezigheid wordt gedetecteerd, zal de Light Control Box terugkeren naar
de oversturingsmodus.
Zo stelt u de uitschakelaankondigingstijd in:
Tik in het keuzeveld voor de tijdsduur.
Stel de gewenste tijdsduur in en bevestig uw keuze.
De uitschakelaankondigingstijd is ingesteld.
Uitschakelaankondiging
Als u een tijdswaarde van 0 seconden instelt, is de uitschakelaan-
kondiging
gedeactiveerd.
duidt aan dat de vooraf ingestelde na-
98 / 118
NL