Het menu <Programming> van de afstandsbediening
Zo stelt u de nalooptijd in:
1. Selecteer het menu-item <Programming> en bevestig uw keuze met
de toets
2. Activeer de programmeermodus door eenmaal op de toets
drukken.
3. Selecteer met de toets
uw keuze met de toets
4. Selecteer het menu-item <Off delay time> en bevestig uw keuze met
de toets
5. Stel met de toets
keuze met de toets
6. Beëindig de programmeermodus door eenmaal op de toets
drukken.
De ingevoerde tijdsduur is opgeslagen.
8.3.4
De functie
verstreken. In de uitschakelaankondigingsmodus brandt de verlichting vol-
gens de ingestelde helderheidswaarde voor de oriëntatieverlichting.
Als gedurende de uitschakelaankondigingstijd een beweging wordt gedetec-
teerd, keert de melder terug naar de laatste geactiveerde bedrijfstoestand.
Dit kan de regelmodus of de oversturingsmodus zijn.
Voor de uitschakelaankondigingstijd kan een waarde van 0 tot 240 secon-
den worden ingesteld.
Voorbeeld: De verlichtingssterkte is handmatig gedimd via een externe
schakelaar, waardoor de Light Control Box zich in de oversturingsmodus
bevindt. De vooraf ingestelde nalooptijd is verstreken. Op dat moment
gaat de uitschakelaankondigingstijd in, die is ingesteld op 60 seconden.
De verlichting brandt gedurende deze 60 seconden volgens de ingestelde
helderheidswaarde voor de oriëntatieverlichting. Als gedurende deze tijd
aanwezigheid wordt gedetecteerd, zal de Light Control Box terugkeren naar
de oversturingsmodus.
Zo stelt u de uitschakelaankondiging in:
1. Selecteer het menu-item <Programming> en bevestig uw keuze met
.
.
of
.
Uitschakelaankondiging
Off warning
time duidt aan dat de vooraf ingestelde nalooptijd is
Als u een tijdswaarde van 0 seconden instelt, is de uitschakelaan-
kondiging gedeactiveerd.
het menu-item <All Channels> en bevestig
.
de gewenste nalooptijd in en bevestig uw
te
te
60 / 118
NL