4 .2 .4 Bypassprint
Bypass functie
Met de bypass kan gedurende de zomermaanden de
binnentemperatuur worden gekoeld door rechtstreeks
koudere buitenlucht naar binnen te blazen. Om de bypass
te activeren moet om te beginnen, aan de regelaar worden
gemeld dat er een bypass aanwezig is. Dit wordt gedaan
door P 4.40 op 1 te zetten. Vervolgens moet met P 4.41
worden aangeven bij welke temperatuur de bypass open
moet. Dus als de afgezogen lucht uit de ruimte groter is dan
P 4.41 dan gaat de bypass open. De bypass gaat weer dicht
als de afgezogen lucht uit de ruimte lager wordt dan P 4.41
- P 4.42. Tenslotte moet het buiten kouder zijn dan binnen,
en mag de buitentemperatuur niet onder de temperatuur
ingesteld bij P 4.43 komen. Als de bypass wordt geopend
zal het afvoerventilatortoerental moeten worden gecor-
rigeerd, om het restrictie verschil op te vangen. Dit wordt
gedaan door in P 4.44 aan te geven hoeveel procent de
ventilator langzamer moet gaan draaien. De eindgebruiker
kan de bypass-open-temperatuur rechtstreeks wijzigen
met de op en neer toetsen. Dus zonder eerst het
parameter-menu te activeren.
14
Aardwarmtewisselaar
Wanneer er een aardwarmtewisselaar aanwezig is moet
P 4.50 op 1 worden gezet. Ook moet er een buitentempe-
ratuurvoeler worden geïnstalleerd. Met de aardwarmtewis-
selaar wordt in de winter de koude buitenlucht voorver-
warmd, en in de zomer de warme buitenlucht voorgekoeld.
Als het buiten kouder is dan P 4.51 of warmer dan P 4.52
wordt de aardwarmtewisselaar geactiveerd. Als de klep
van de aardwarmtewisselaar open staat moet de toevoer
ventilator worden gecorrigeerd. In P 4.53 kan worden gezet
met welk percentage de toevoerventilator moet worden
verhoogd om ventilatie gebalanceerd te houden.