Problemen oplossen
De flitser werkt niet.
De flitser is ingesteld op
•
U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:
•
[Opn.functie] is ingesteld op [Burst] of Exposure Bracket (pagina 39).
–
(Hoge gevoeligheid) of
–
(pagina 28).
U neemt films op.
–
•
Stel de flitser in op
geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 24).
Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen.
Stof in de lucht heeft het flitslicht gereflecteerd en wordt in het beeld weergegeven. Dit is
•
normaal.
De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet.
(Schemer) of
•
De datum en tijd worden niet weergegeven op het LCD-scherm.
Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
•
weergegeven tijdens het afspelen.
De datums kunnen niet in een beeld worden ingevoegd.
Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden
•
(pagina 107). Met "Picture Motion Browser" kunt u beelden met de datum afdrukken of
opslaan (pagina 88).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
•
De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 41).
Het scherm is te donker of te licht.
Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina 18).
•
Het beeld is te donker.
•
U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
(pagina 42) of pas de belichting aan (pagina 41).
Schakel het scherm in (pagina 18).
•
Het beeld is te licht.
Pas de belichting aan (pagina 41).
•
(Niet flitsen) (pagina 24).
(Schemer) is geselecteerd bij de scènekeuzefunctie
(Altijd flitsen) wanneer
(Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 28).
(Landschap),
(Strand) of
(Sneeuw) is
101