EERSTE GEBRUIK
Wanneer de kachel de eerste maal wordt aangestoken ontstaat altijd een brandlucht. Die geur verdwijnt automatisch
na enkele uren werking.
Na deze inbranding is het soms nodig de ruit schoon te maken met een zachte doek met een gebruikelijk
schoonmaakproduct voor ramen.
SCHOONMAKEN VAN HET APPARAAT
Laat het apparaat altijd afkoelen vooraleer u het schoonmaakt. Om een geëmailleerd apparaat te reinigen
gebruikt u een vochtige doek of een product dat geschikt is voor het schoonmaken van geëmailleerde
oppervlakken. Toch kan een te krachtige reiniging, zelfs met een geschikt schoonmaakproduct, de oppervlakken
van het apparaat beschadigen. Elk spoor van schoonmaakproduct moet verwijderd worden, vóór de
kachel opnieuw wordt aangestoken, want het zou vlekken kunnen vormen als het apparaat warm wordt.
Wij raden af een doek te gebruiken voor het schoonmaken van een apparaat met een gelakte afwerking omdat de
schurende werking pluizen kan doen ontstaan, die later moeilijk te verwijderen zijn. Om een gelakt apparaat schoon te
maken gebruikt u best een borstel of een stijve kwast. Ernstige vlekken overdekt u best met kachelverf (verf bestand
tegen hoge temperatuur), liever dan te trachten ze te verwijderen. In het geval van condensvorming, de druppels
wegvegen voor dat ze opdrogen.
HANDMATIGE REINIGING VAN DE RUIT
Laat het apparaat altijd afkoelen vooraleer u de ruit schoonmaakt. De keramische ruit van uw verwarmingsapparaat
is speciaal ontworpen om weerstand te bieden aan hoge temperaturen. Sommige schoonmaakproducten bevatten
chemicaliën die de ruit kunnen verzwakken of er sporen op vormen of de dichtingen vernietigen.
Een prop krantenpapier, bevochtigd met water en enkele druppels azijn, volstaat om de meeste vlekken te verwijderen.
Om meer hardnekkige vlekken te verwijderen, voorzichtig wrijven met een spons van staalwol, bevochtigd met wat
vaatwasmiddel. Wees voorzichtig en wrijf niet te hard om de ruit niet te beschadigen. Als blijkt dat de ruit te frequent met
de hand moet worden schoongemaakt, raden wij aan de installatie na te kijken en de werkingsmodus aan te passen om
een betere verbranding te verkrijgen.
DE DICHTHEID
Controleer regelmatig de dichtheid van de deuren en van de aslade. Voor een correcte werking moeten deze
openingen luchtdicht afgesloten blijven. Als de dichtheid niet perfect is, de afdichtingen controleren. Als een dichting
moet vervangen worden, contact opnemen met uw verdeler.
ZOMERSTILSTAND
Op het einde van elk verwarmingsseizoen moet uw installatie volledig schoongemaakt worden en moet de schoorsteen
gecontroleerd worden door een gekwalifi ceerde vakman.
Alle resterende as uit het apparaat verwijderen.
Laat een van de bedieningsknoppen voor luchtaanvoer open, om de verdamping van regen die via de schoorsteen zou
kunnen binnendringen te vergemakkelijken.
Als extra bescherming kunt u vochtabsorberende kristallen in de kachel leggen of de binnenzijde beschermen met een
vochtwerende spray zoals WD40.
Breng wat smeerolie aan op de klinken en op de andere bewegende onderdelen.
ONDERHOUD
47