1
Voorschriften
1.1
Opstellingsruimte
Ontvlambare materialen of vloeistoffen mogen
niet in de buurt van het toestel worden opgesla-
gen of gebruikt.
De opstellingsruimte van het toestel moet
vorstvrij en goed geventileerd zijn.
Het toestel mag niet worden geplaatst of
gebruikt in een stofrijke of chemisch agressieve
omgeving zoals voorkomt bij spuiterijen,
kapsalons, mestrijke plaatsen of plaatsen waar
trichloorethyleen of halogeenkoolwaterstoffen
(b.v. in spuitbussen, bepaalde lijmsoorten,
bepaalde oplos- en reinigings-middel, verf) of
andere agressieve chemische middelen
worden bewaard of verwerkt.
Ook bij een gesloten opstelling zal de goede
werking en levensduur van het toestel hierdoor
negatief beïnvloed worden. In die situatie is de
beste oplossing de opstellingsruimte herme-
tisch af te sluiten van de omgeving en deze
sterk te ventileren met schone buitenlucht.
1.2
Kwaliteit van het cv-water
Alvorens de installatie te vullen, leidingen
grondig spoelen!
Gebruik als vul- en bijvulwater voor de cv-instal-
latie uitsluitend onbehandeld leidingwater.
Ongeschikt cv-water bevordert de vorming van
slib en corrosie. Dit kan leiden tot storingen aan
het toestel en beschadiging van de warmtewis-
selaar.
Voorschriften
1
3