12
|
Inbedrijfstelling
12 Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk
12.1 Overzicht: Inbedrijfstelling
Uitgebreide handleiding voor de installateur
194
OPMERKING
Algemene controlelijst inbedrijfstelling. Behalve de instructies voor de
inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, staat er ook een algemene controlelijst voor de
inbedrijfstelling op het Daikin Business Portal (aanmelden vereist).
Deze algemene controlelijst voor de inbedrijfstelling is een aanvulling op de
instructies in dit hoofdstuk en kan worden gebruikt als leidraad en sjabloon voor
rapportage bij de inbedrijfstelling en de overdracht aan de gebruiker.
OPMERKING
De unit is voorzien van een automatisch ontluchtingsventiel. Zorg dat deze open is.
Alle automatische ontluchtingsventielen in het systeem (in de unit en in de ter
plaatse te voorziene leidingen - indien aanwezig) moeten na de inbedrijfstelling open
blijven.
INFORMATIE
Beschermende functies - "Installateur ter plaatse"-stand. De software is uitgerust
met beschermende functies, zoals vorstbescherming voor de kamer. De unit voert
deze functies automatisch uit wanneer dat nodig is.
Tijdens installatie- of servicewerkzaamheden is dit gedrag ongewenst. Daarom
kunnen de beschermende functies worden uitgeschakeld:
▪
Bij eerste keer inschakelen: de beschermende functies zijn standaard
uitgeschakeld. Na 12 uren worden ze automatisch ingeschakeld.
▪
Daarna: Een installateur kan de beschermende functies handmatig uitschakelen
door [9.G] in te stellen: Bescherming uitschakelen=Ja. Wanneer hij klaar
is, kan hij de beschermende functies inschakelen door [9.G] in te stellen:
Bescherming uitschakelen=Nee.
12.1
Overzicht: Inbedrijfstelling ..................................................................................................................................................... 194
12.2
12.3
12.4
Checklist tijdens inbedrijfstelling............................................................................................................................................ 196
12.4.1
Minimum debiet..................................................................................................................................................... 196
12.4.2
De ontluchtingsfunctie........................................................................................................................................... 197
12.4.3
De werking testen .................................................................................................................................................. 199
12.4.4
Proefdraaien stelmotor.......................................................................................................................................... 200
12.4.5
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem in bedrijf te
stellen nadat het werd geïnstalleerd en geconfigureerd.
EWAA004~008D2 + EWYA004~008D2
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P688013-1A - 2022.05