Warmtepompconvectoren – Meerdere kamers
EBLA04~08E2V3+E23V3 + EDLA04~08E2V3+E23V3
Daikin Altherma 3 M
4P685228-1A – 2022.05
6
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Kamer 1
C Kamer 2
a Gebruikersinterface (geleverd als toebehoren)
b Warmtepompconvectoren (+ controllers)
▪
Voor meer informatie over de aansluiting van de elektrische bedrading op de
unit, zie
"9.2 Aansluitingen op de
▪
De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via de controller van de
warmtepompconvectoren. Er zijn verschillende controllers en opstellingen
mogelijk voor de warmtepompconvectoren. Voor meer informatie, zie:
-
De installatiehandleiding van de warmtepompconvectoren
-
De installatiehandleiding van de opties voor warmtepompconvectoren
-
Het bijlageboek voor optionele uitrustingen
▪
De
ruimtebedrijfsmodus
aangesloten op de buitenunit.
▪
De signalen van elke warmtepompconvector om verwarming of koeling te vragen
zijn in parallel op de digitale ingang van de buitenunit aangesloten (X2M/35 en
X2M/30). De buitenunit zal alleen aanvoerwatertemperatuur leveren wanneer
dit werkelijk gevraagd wordt.
INFORMATIE
Voor nog meer comfort en betere prestaties, adviseren we de optie met afsluiterkit
EKVKHPC op elke warmtepompconvector te plaatsen.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪
#: [4.4]
▪
Code: [7-02]
Voordelen
Vergeleken met de warmtepompconvectoren voor één kamer:
▪
Comfort. U kunt de gewenste kamertemperatuur, inclusief programma's, voor
elke kamer via de afstandsbediening van de warmtepompconvectoren instellen.
B
C
A
a
b
b
4
buitenunit" [
wordt
ingesteld
1 (Externe kamerthermostaat): De
unit werkt op basis van de externe
thermostaat.
0 (1 zone): Primair
92].
door
de
gebruikersinterface
Waarde
Uitgebreide handleiding voor de installateur
35