EBLA04~08E2V3+E23V3 + EDLA04~08E2V3+E23V3
Daikin Altherma 3 M
4P685228-1A – 2022.05
De instelling van het afgevertype heeft als volgt een invloed op het
instelpuntbereik van de ruimteverwarming en de doel-delta T bij verwarming:
Afgiftesysteem
Secundaire zone
0: Vloerverwarming
1: Ventilo-convector Maximum 55°C
2: Radiator
Instelpuntbereik
Voor meer informatie over Instelpuntbereik, zie
4
zone" [
158].
#
Code
Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de secundaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de aanvoerwatertemperatuurzone met de
hoogste aanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor koeling)
[3.8.1]
[9-05]
[3.8.2]
[9-06]
[3.8.3]
[9-07]
[3.8.4]
[9-08]
Bediening
Het controletype voor de secundaire zone is alleen-lezen. Het wordt bepaald door
het regelingstype van de primaire zone.
Zie
"11.6.3 Primaire
zone" [
#
Code
[3.9]
N.v.t.
Ext. thermostaattype
Alleen van toepassing in externe kamerthermostaatregeling.
Zie ook
"11.6.3 Primaire
Instelpuntbereik
ruimteverwarming
[9‑05]~[9‑06]
Maximum 55°C
Maximum 60°C
Minimum instelpunt verwarming:
15°C~37°C
Maximum instelpunt verwarming
▪
[2‑0D]=2 (type afgever secundaire zone =
radiator)
37°C~60°C
▪
Anders: 37°C~55°C
Minimum instelpunt koeling
▪
5°C~18°C
Maximum instelpunt koeling
▪
18°C~22°C
4
158].
Bediening:
▪
Vertrekwater als het regelingstype van de
primaire zone Vertrekwater is.
▪
Externe
regelingstype van de primaire zone een van de
volgende is:
-
Externe kamerthermostaat, of
-
Kamerthermostaat.
4
zone" [
158].
11
Configuratie
|
Doel-delta T bij
verwarming [1‑0C]
Variabele (zie [3.B.1])
Variabele (zie [3.B.1])
Vast 8°C
"11.6.3 Primaire
Beschrijving
Beschrijving
kamerthermostaat als het
Uitgebreide handleiding voor de installateur
171