Veiligheidsvoorschriften
Voor uw veiligheid
Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie
Installatie tegen externe inwerking,
beschadigingen en milieu-invloeden
beschermen.
Gadrag bij lekkage van koudemiddel
uit de buitenunit
Een lagedrukstoring kan een aanwijzing
op lekkend koudemiddel zijn.
Gevaar
Ontsnappend koudemiddel kan
brand veroorzaken met zeer ern-
stige verwondingen en zelfs de
dood als gevolg.
Als er een vermoeden op lekkend
koudemiddel is, het volgende in
acht nemen:
Zeer goede ver- en ontluchting bij-
■
zonder in de bodem verzekeren.
Niet roken! Open vuur en vonkvor-
■
ming vermijden. Nooit schakelaar
van licht en elektrische toestellen
bedienen.
Personen verwijderen uit de geva-
■
renzone.
Geautoriseerde installateur op de
■
hoogte brengen.
Stroomtoevoer voor alle installa-
■
tiecomponenten vanuit veilige
instantie onderbreken.
Gevaar
Rechtstreeks contact met vloeibaar
en gasvormig koudemiddel kan lei-
den tot zware gezondheidsschade,
bijv. bevriezingen en/of verbrandin-
gen. Bij het inademen bestaat ver-
stikkingsgevaar.
Rechtstreeks contact met vloei-
■
baar en gasvormig koudemiddel
vermijden.
Koudemiddel niet inademen.
■
4
(vervolg)
Wat te doen bij brand
Gevaar
Bij vuur bestaat verbrandingsge-
vaar.
Stroomtoevoer voor alle installa-
■
tiecomponenten vanuit veilige
instantie onderbreken.
Brandweer verwittigen.
■
Personen redden uit de gevaren-
■
zone.
Bluspoging enkel ondernemen als
■
hierdoor geen letselgevaar
bestaat: gecontroleerde brand-
blussers van de brandklassen
ABS gebruiken.
Voorwaarden voor de installatie-
ruimte
Gevaar
Licht ontvlambare vloeistoffen en
materialen (bijv. benzine, oplos- en
reinigingsmiddelen, verf of papier)
kunnen explosies en brand veroor-
zaken.
Dergelijke stoffen niet in de opstel-
lingsruimte en niet in de onmiddel-
lijke buurt van de binnen opge-
stelde eenheid opslaan of gebrui-
ken.