Productinformatie
Typeplaatje
B
Afb. 1
Typeplaatje
A
QR-code voor toestelregistratie
B
Verwarmingsinstallatie
De warmtepomp kan uw ruimtes via de verwarmingsin-
stallatie verwarmen of koelen en uw warm water
opwarmen.
Naargelang welke van deze functies u gebruikt, heeft
uw verwarmingsfirma de telkens voor uw gebouw ver-
eiste installatiecomponenten geïnstalleerd.
Afhankelijk van het type van uw warmtepomp zijn voor
de kamerverwarming en/of kamerkoeling max. 2 ver-
warmings-/koelcircuits direct op de binnenunit aange-
sloten.
Als uw installatie over een aparte buffer beschikt, zijn
uw verwarmings-/koelcircuits op deze buffer aangeslo-
ten en worden van warmte/koude voorzien. In deze
installatieconfiguratie zijn maximum 4 verwarmings-/
koelcircuits mogelijk.
De warmtepomp verwarmt/koelt direct enkel de buffer.
Door het grote buffervolume draait uw warmtepomp
zeldener, maar de betreffende looptijd is langer. Dat
leidt tot een hogere efficiëntie en spaart uw warmte-
pomp.
Toegestane omgevingstemperaturen in de installatieruimte
!
Opgelet
Buiten de opgegeven temperatuurbereiken kun-
nen eventueel storingen aan het toestel optre-
den.
Zorg ervoor dat het opgegeven temperatuurbe-
reik in de opstellingsruimte in acht wordt geno-
men.
Buitentemperatuurgrenzen
Lucht/water-warmtepompen gebruiken de buitenlucht
als warmtebron. De werking is enkel binnen bepaalde
buitentemperatuurgrenzen efficiënt:
(vervolg)
A
De QR-code met aanduiding "i" bevat de toegangs-
gegevens voor het registratie- en productinformatie-
portaal.
Via deze QR-code kan bijv. het 16-cijferige fabricage-
nummer worden opgevraagd.
Opmerking
Gelijktijdige kamerverwarming van een verwarmings-/
koelcircuit en kamerkoeling van een ander verwar-
mings-/koelcircuit zijn bij installaties met aparte buffer
niet mogelijk.
Uw warmwatertappunten in huis worden via een warm-
waterboiler voorzien. Bij Vitocal 222-S is deze warm-
waterbuffer in de binnenunit geïntegreerd. Bij
Vitocal 200-S heeft uw verwarmingsfirma hiervoor een
aparte warmwaterboiler geïnstalleerd en op de binnen-
unit aangesloten.
Om functiestoringen te vermijden, garandeert u een
omgevingstemperatuur tussen 0 °C en +35 °C.
■
Kamerverwarming
-20 tot 40 °C
Kamerkoeling
■
10 tot 45 °C
Eerst informeren
13