Displaycodes
11
Displaycodes
Een displaycode zegt iets over de status van het cv-toestel. Displayco-
des worden direct in de display weergegeven of zijn via het informatie-
menu op te roepen. Ga hierbij als volgt te werk:
▶ Druk op de i-toets om het informatiemenu te openen.
▶ Lees de displaycode uit en zoek de betekenis hiervan op
( tabel 26).
Er zijn 3 soorten displaycodes:
–
•
normale bedrijfscode;
2
•
blokkerende storingscode;
3
•
vergrendelende storingscode.
Code
Soort Betekenis
-A
208
–
Het cv-toestel bevindt zich in servicebedrijf.
-H
200
–
Het cv-toestel bevindt zich in cv-bedrijf.
=H
201
–
Het cv-toestel bevindt zich in warmwater-bedrijf.
0A
202
–
Het cv-toestel wacht. Er is vaker dan 1x per 10 minuten een warm-
tevraag van een aan-uit- of een ModuLine-regeling geweest.
0A
305
–
Het cv-toestel wacht na einde warmwaterbedrijf.
0A
353
–
Het cv-toestel wacht. Het cv-toestel is binnen 24 uur nooit langer
dan 20 minuten uit geweest.
0C
283
–
Het cv-toestel bereidt zich voor op een branderstart.
De ventilator en de pomp worden aangestuurd.
0E
265
–
Het cv-toestel wacht. Het cv-toestel schakelt geregeld in op laag-
last om aan de warmtevraag te voldoen.
0H
203
–
Het cv-toestel staat stand-by.
0L
284
–
Het gasregelblok wordt aangestuurd.
0U
270
–
Het cv-toestel wordt opgestart.
0Y
204
–
Het cv-toestel wacht. De gemeten aanvoertemperatuur is hoger
dan de berekende of ingestelde cv-watertemperatuur.
2
0Y
276
De aanvoertemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die
hoger is dan 95 °C.
2
0Y
277
De safetytemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die
hoger is dan 95 °C.
2
0Y
285
De retourtemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die
hoger is dan 95 °C.
2
2C
348
Tijdens warmwaterbedrijf: de aanvoertemperatuur is hoger dan
85 °C.
2
2E
207
De cv-waterdruk is te laag, lager dan 0,2 bar.
2E
357
–
Het ontluchtingsprogramma is actief.
2
2F
260
De aanvoertemperatuursensor meet geen temperatuurstijging na
een branderstart.
Tabel 26 Displaycodes
TrendLine • 6720647480 (2014/08)
Zodra een ernstige storing is opgetreden, wordt het cv-toestel om veilig-
heidsredenen uitgeschakeld en vergrendeld. Om het cv-toestel te ont-
grendelen moet het cv-toestel worden gereset. Ga hierbij als volgt te
werk:
▶ Houd de resettoets ingedrukt, totdat "Reset" in de display wordt
weergegeven.
In veel gevallen zal het cv-toestel na het resetten weer normaal func-
tioneren, maar in sommige gevallen is de storing hardnekkig en zal
deze eerst moeten worden verholpen.
▶ Voer de acties die in tabel 26 staan uit om de storing te verhelpen.
Oplossing
Geen actie.
Geen actie.
Geen actie.
Geen actie.
Geen actie.
Geen actie.
Geen actie.
Geen actie.
Geen actie.
Geen actie.
Geen actie.
▶ Controleer de ingestelde cv-watertemperatuur op het cv-toestel. Verhoog
deze indien nodig.
▶ Controleer, bij een ingestelde weersafhankelijke regeling, op de ModuLine-
kamerthermostaat de ingestelde stooklijn. Verhoog deze indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de boilersensor.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de aanvoertempe-
ratuursensor.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de safetytempera-
tuursensor.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de retourtempera-
tuursensor.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de aanvoertempe-
ratuursensor.
▶ Vul de cv-installatie bij tot 2 bar.
▶ Test het expansievat op juiste werking.
▶ Controleer de cv-installatie op lekkage.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de druksensor.
Geen actie.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de aanvoertempe-
ratuursensor.
11
29