Montage
5
Afb. 13 Aansluiten condensafvoer
[1]
condensafvoerslang
[2]
expansiewaterleiding inlaatcombinatie
[3]
T-stuk 45°
[4]
sifon
[5]
overstort
4.12
Aansluiten luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem
Neem tijdens de montage van het luchttoevoer- en rookgasafvoersy-
steem de algemeen geldende voorschriften in acht ( hoofdstuk 3,
pag. 8).
Voor het cv-toestel zijn diverse rookgasafvoersets beschikbaar. Hiermee
zijn de meeste rookgasafvoersituaties te realiseren.
4.12.1 Gesloten opstelling
Voor het cv-toestel geldt bij een gesloten opstelling toestelklasse C
De mantel van het cv-toestel is luchtdicht uitgevoerd en is onderdeel van
de luchttoevoer. Het is daarom bij een gesloten opstelling vereist dat bij
een werkend cv-toestel de mantel goed aansluit. Het cv-toestel kan op
een parallel of op een concentrisch rookgasafvoersysteem worden aan-
gesloten.
4.12.2 Open opstelling
Voor het cv-toestel geldt bij een open opstelling toestelklasse B
dien een gesloten opstelling niet wenselijk of in de opstellingsruimte niet
mogelijk is, kan het cv-toestel als open cv-toestel worden geïnstalleerd.
Indien het cv-toestel als open cv-toestel wordt geïnstalleerd, wordt de
verbrandingslucht uit de opstellingsruimte gebruikt. Voor de verbran-
ding dient er voldoende verbrandingslucht toe te stromen. De opstel-
lingsruimte dient daarom te zijn voorzien van de noodzakelijke
luchttoevoeropening.
▶ Neem de afzonderlijke voorschriften voor de opstellingsruimte in
acht.
4.12.3 Rookgasafvoermateriaal
Het luchttoevoer- en rookgasafvoermateriaal, vanaf het cv-toestel tot en
met de dak- of geveldoorvoer, moet geschikt zijn voor hr-toestellen en
moet CE-gekeurd zijn.
Als luchttoevoer- en rookgasafvoermateriaal kan kunststof, aluminium,
of roestvast staal (rvs) worden toegepast.
▶ Houd bij toepassing van kunststof rookgasafvoermateriaal rekening
met de temperatuurclassificatie (T120) van het cv-toestel.
1) Zie §
2.17
voor de toegestane toestelklassen.
TrendLine • 6720647480 (2014/08)
1
2
3
4
6 720 647 480-019.1DDC
1)
.
xx
1)
. In-
xx
4.12.4 Berekenen drukval rookgasafvoersysteem
Neem voor uitgebreide technische informatie en speci-
fieke montagevoorschriften contact op met de fabrikant
van het rookgasafvoermateriaal.
De minimale diameter van de luchttoevoer- en rookgasafvoerleidingen
kan worden bepaald door de totale drukval van alle componenten in het
luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem te bepalen:
▶ Bepaal de te overbruggen lengte van de luchttoevoer en rookgasaf-
voerleiding tussen het cv-toestel en de dak- of muurdoorvoerset.
▶ Tel alle drukvallen van de componenten in de rookgasafvoerzijde en
luchttoevoerzijde bij elkaar op.
Voor een optimale werking van het cv-toestel dient de totale drukval min-
der te zijn dan p
( tabel 6, pag. 11).
max
Afbeel-
Component
Maximaal toegestane drukval p
Parallel systeem: luchttoevoerleiding (LTV)
45°-bocht
90°-bocht
j
1 m-buis
Parallel systeem: rookgasafvoerleiding (RGA)
45°-bocht
90°-bocht
j
1 m-buis
Concentrisch systeem: luchttoevoer-/ rookgasafvoerleiding
45°-bocht
90°-bocht
m 60/100
1 m-buis
Doorvoerset
Concentrisch systeem: dak-
doorvoer
Parallel systeem: dakdoor-
voer met broekstuk
r 80/125
Concentrisch systeem:
muurdoorvoer zonder
broekstuk
Parallel systeem: muurdoor-
voer met broekstuk
Tabel 6 Drukval per component
1) Op basis van Burgerhout materialen. Vermenigvuldig bij gebruik van universeel
rookgasafvoermateriaal volgens Gastec Qa, de drukval per component met een
factor 1,3.
Δp [Pa]
Toesteltype
ding
Ø [mm]
HRC 25
HRC 30
96
max
k
80
0,8
l
80
2,7
80
0,7
k
80
1,1
l
80
3,9
80
1,0
n
60/100
8,7
o
60/100
10,0
7,2
s
80/125
11,5
60/100
31,2
60/100
60,0
100,0
80/125
16,3
7,8
60/100
21,3
80/125
15,5
4
1)
114
1,3
4,4
1,1
1,8
6,2
1,6
14,0
16,0
11,7
18,7
50,6
26,3
12,6
34,6
26,7
11