Download Print deze pagina

Emerson FISHER T205B Installatiehandleiding pagina 2

Advertenties

Type T205B
Tabel 1. Huisgroottes, typen eindaansluiting, maximaal toelaatbare inlaatdruk en inlaatdruk tijdens bedrijf en maximale uitlaatdruk (omhulsel)
HUIS-
MATERIAAL
GROOTTE
DN
In.
Grijs gietijzer
20 of
3/4 of
WCC-koolstofstaal
25
1
LCC-koolstofstaal
CF8M/CF3M Roestvast staal
1. Alle flenzen zijn gelast. De bouwlengte van de gelaste flens is 356 mm / 14 inch.
2. Pijpnippels en flenzen zijn van 316 roestvrij staal voor assemblages met een geflensd huis.
Opmerking
Het is belangrijk dat de regelaar
dusdanig wordt geïnstalleerd dat de
ontluchtingsopening in het veerhuis te allen
tijde vrij is van obstructies. De regelaar
moet voor buiteninstallaties uit de buurt
van verkeer van voertuigen en dusdanig
worden geplaatst dat water, ijs en andere
verontreinigingen het veerhuis niet via
het luchtkanaal kunnen binnendringen.
Plaats de regelaar niet onder dakranden of
regenpijpen en zorg ervoor dat hij boven de
waarschijnlijke sneeuwhoogte blijft.
Overdrukbeveiliging
De drukklasse van de uitlaat van de Type T205B-
regelaar is lager dan de drukklasse van de inlaat. De
aanbevolen drukgrenzen zijn op het typeplaatje van
de regelaar gedrukt. Als de werkelijke inlaatdruk de
maximale uitlaatdruk kan overschrijden, moet enige vorm
van overdrukbeveiliging worden aangebracht. Enige
gebruikelijke methoden van externe overdrukbeveiliging
zijn veiligheidstoestellen, controleregelaars, afsluiters en
seriegeschakelde regelingen. Overdruk op enig deel van
de regelaars die de limieten in het hoofdstuk Specificaties
overschrijdt, kan leiden tot lekkage, beschadiging van de
onderdelen van de regelaar of persoonlijk letsel als gevolg
van het barsten van onder druk staande onderdelen.
Werking van de regelaar onder de maximale drukgrenzen
sluit de mogelijkheid van schade door externe bronnen
of vuil in de leiding niet uit. Als er sprake is geweest van
overdrukomstandigheden, moet de regelaar op schade
worden gecontroleerd.
Opstarten
De regelaar is in de fabriek ingesteld op ongeveer het
middelpunt van het veerbereik of de verzochte druk,
waardoor een eerste afstelling vereist kan zijn om de
gewenste resultaten te behalen. Wanneer de regelaar
correct is geïnstalleerd en naar behoren is afgesteld,
draait u langzaam de bovenstroomse en benedenstroomse
afsluitkleppen open.
2
HUIS
EINDAANSLUITING
NPT, CL150 RF,
CL300 RF of PN 16/25/40 RF
(2)
MAXIMAAL TOELAATBARE
INLAATDRUK EN INLAATDRUK
TYPEN
TIJDENS BEDRIJF
(1)
bar
NPT
10,3
13,8
Afstelling
Ga als volgt te werk om de uitlaatdruk te wijzigen.
Voor een interne vlakke ronde stelschroef:
1. Verwijder de sluitdop (nummer 22).
2. Draai de stelschroef (nummer 35) met een zeskant-
of platte schroevendraaier van 25 mm / 1 inch ofwel
rechtsom om de uitlaatdruk te verhogen of linksom
om de uitlaatdruk te verlagen. De regelaar gaat direct
werken. Gebruik voor een correcte werking altijd een
drukmeter om tijdens het verrichten van de afstelling de
druk van de tankdeken te bewaken.
3.
Vervang na de afstelling de pakking van de sluitdop
(nummer 25) en installeer de sluitdop (nummer 22).
Voor de stelschroef van de externe vierkante kop:
1.
Draai de borgmoer los (nummer 20).
2.
Draai de stelschroef (nummer 35) ofwel rechtsom om
de uitlaatdruk te verhogen of linksom om de uitlaatdruk
te verlagen. Gebruik altijd een drukmeter om tijdens
het verrichten van de afstelling de gasdruk van de
tankdeken te bewaken.
3.
Haal na de afstelling de borgmoer (nummer 20) aan.
Buiten bedrijf stellen (Uitschakelen)
Om persoonlijk letsel ten gevolge van
plotseling vrijgekomen druk te voorkomen,
moet eerst alle druk uit de regelaar worden
afgelaten, voordat wordt overgegaan tot
demontage.
MAXIMALE UITLAATDRUK
(OMHULSEL)
psig
bar
150
2,4
200
5,2
WAARSCHUWING
!
psig
35
75

Advertenties

loading