Kiezen van de montagelocatie
Als in een explosiegevaarlijke omgeving niet wordt voldaan aan de voorwaarden
voor intrinsieke veiligheid, kan dit leiden tot een explosie.
•
Controleer of de explosiegevaarlijke omgeving die is aangegeven op het
goedkeuringslabel op de sensor (afbeeldingen 1 en 2) overeenstemt met de
omgeving waarin de sensor wordt geïnstalleerd.
•
Raadpleeg dit document samen met de goedkeuringsdocumentatie van
Micro Motion voor installatie in een omgeving waar intrinsieke veiligheid vereist is.
Deze documentatie wordt meegeleverd met de sensor of is verkrijgbaar via de
Micro Motion website op www.micromotion.com.
•
Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa raadpleegt u norm
EN 60079-14 als er geen landelijke normen van toepassing zijn.
Grenswaarden van de omgeving
In Afbeelding 3 staat de maximale omgevingstemperatuur aangegeven voor CNG050 sensors. Om de maximale
omgevingstemperatuur vast te stellen voor uw installatie zoekt u het bereik op waarbinnen de maximale
procestemperatuur bij u valt op de horizontale as van de grafiek, waarna u op de verticale as de bijbehorende
maximale omgevingstemperatuur opzoekt.
Afbeelding 3
60 (140)
58 (136)
56 (132)
54 (129)
52 (125)
50 (122)
48 (118)
46 (114)
44 (111)
42 (107)
40 (104)
In goedkeuringen voor explosiegevaarlijke omgeving kunnen aanvullende beperkingen worden gesteld
aan de omgevings- en procestemperatuur. Zie voor de ATEX "T rating" de ATEX documentatie die
meegeleverd wordt met de sensor of beschikbaar is via de Micro Motion website op www.micromotion.com.
CSA grenswaarden voor omgevingstemperatuur staan in Tabel 1.
4
WAARSCHUWING
Maximale omgevingstemperatuur voor CNG050 sensors
maximale procestemperatuur
°C (°F)
®
Micro Motion
CNG050 sensoren