Extra printer instellen
•
de juiste Ethernet-kabel en de Ethernet-poort
Let op—Kans op beschadiging: Raak tijdens het afdrukken niet de USB-kabel, netwerkadapters of het aangegeven
deel van de printer aan. Dit kan leiden tot gegevensverlies of een storing.
Onderdeel
1
USB-poort
2
USB-printerpoort
3
Ethernetpoort
4
Parallelle poort
Opmerking: deze poort is alleen beschikbaar op
bepaalde modellen.
5
Aan-uitschakelaar
6
Aansluiting van de stroomkabel van de printer
7
Veiligheidsslot
De printersoftware instellen
De printer installeren
1
Verkrijg een exemplaar van het software-installatiepakket.
2
Voer het installatieprogramma uit en volg de instructies op het beeldscherm van de computer.
3
Voor Macintosh-gebruikers: voeg de printer toe.
Opmerking: Noteer het IP-adres van de printer uit het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten.
1
2
3
4
5
6
Tot
Aansluiten op een optionele, draadloze netwerkadapter.
Sluit de printer aan op een computer.
Sluit de printer aan op een Ethernet-netwerk.
Sluit de printer aan op een computer.
De printer in- of uitschakelen.
De printer aansluiten op een stopcontact.
Een slot bevestigen waarmee de printer op zijn plaats wordt
gehouden.
7
20