DVC2000 digitale klepcontroller
Februari 2023
De digitale klepcontroller wordt normaal gesproken gevoed door een uitgangskaart van het regelsysteem. Het gebruik van
afgeschermde kabels zorgt voor een juiste werking in omgevingen met veel elektrische ruis. De vereiste draaddikte is maximaal
14 AWG en minimaal 26 AWG.
Zorg ervoor dat u zich aan de relevante richtlijnen voor intrinsieke veiligheid houdt bij het installeren van de veldbedrading naar de
kringaansluitklemmen en de limietschakelaar en transmitteraansluitklemmen.
Bedraad de digitale klepcontroller als volgt:
1. Verwijder het primaire deksel van het instrument.
2. Leg de veldbedrading naar het aansluitklemmenblok door de kabelbuisaansluiting. Installeer de kabelbuis indien van toepassing
volgens de lokale en nationale elektrische voorschriften die gelden voor de toepassing.
3. Sluit de positieve draad van de "stroomuitgang" op de uitgangskaart van het regelsysteem aan op aansluiting +11. Sluit de
negatieve (of retour-) draad van de "stroomuitgang" op de uitgangskaart van het regelsysteem aan op aansluiting -12.
4. Er zijn twee aardklemmen beschikbaar voor het aansluiten van een veiligheidsaarding, aardpunt of aarddraad. Deze
aardklemmen zijn in elektrisch opzicht identiek. Bij het aansluiten op deze klemmen dienen de nationale en plaatselijke
regelgeving en fabrieksnormen in acht te worden genomen.
5. Plaats het deksel terug wanneer de lokale interface niet wordt gebruikt voor configuratie of kalibratie.
Optieborden
De drie optiecircuits (transmitter, schakelaar 1 en schakelaar 2) regelen de stroom vanaf een uitwendige elektrische voeding op
dezelfde manier als een 2-draadstransmitter.
Limietschakelaars
Op apparaten die worden geleverd met integrale limietschakelaars, verschaffen extra aansluitklemmen de aansluitpunten voor
veldbedrading. De limietschakelaars zijn geïsoleerd van elkaar en van de primaire terugmelding van de digitale klepcontroller.
Gebruik kanaal 1 bij het gebruik van slechts één schakelaar. Hoewel het elektrisch geïsoleerd is volgens de vereisten voor
intrinsieke veiligheid, krijgt kanaal 2 zijn voeding van kanaal 1. Kanaal 2 kan daarom niet alleen worden gebruikt.
Bedraad de limietschakelaars op de volgende manier:
1. Verwijder het primaire deksel van het instrument.
2. Leg de veldbedrading naar het aansluitklemmenblok door de kabelbuisaansluiting. Installeer de kabelbuis indien van toepassing
volgens de lokale en nationale elektrische voorschriften die gelden voor de toepassing.
3. Sluit de positieve draad van de "schakelingang" op de ingangskaart van het regelsysteem aan op aansluiting +41. Sluit de
negatieve draad van de "schakelingang" op de ingangskaart van het regelsysteem aan op aansluiting -42. Zie afbeelding 15.
Afbeelding 15. Kring-, transmitter- en limietschakelaar-aansluitklemmen
EINDWEERSTANDEN VOOR
HART-COMMUNICATIE
INWENDIGE
AARDE
AARDPUNT
16
+31/ -32 (TRANSMITTER)
+11/ -12 (KRING)
+41/ -42 (SCHAKELAAR 1)
+51/ -52 (SCHAKELAAR 2)
W8838
Snelstartgids
D103203X0NL