Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sturing Systeempomp; Vorstbewaking; Automatische Schakelvolgorde - Nefit CM10 Installatie- En Gebruikersinstructies

Voor twee uba3-toestellen
Inhoudsopgave

Advertenties

3
Werking van de CM10

3.2 Sturing systeempomp

De CM10 kan direct een secundaire pomp
aansturen.
De pomp krijgt zijn spanning van de CM10 en
behoeft dus geen aparte aansluiting.
Het vermogen van de pomp mag maximaal
250 W bedragen.
LET OP!
Bij het toepassen van een pomp met
een groter vermogen dient gebruik te
worden gemaakt van een relais.
De systeempomp wordt ingeschakeld indien
aan één van de onderstaande voorwaarden
wordt voldaan:
– de CM10 is zojuist aangesloten op de net-
spanning;
– bij cv-warmtevraag;
– pompprogramma is actief;
– vorstbewaking aanvoertemperatuur is actief;
– vorstbewaking buitentemperatuur is actief.
Pompprogramma
De systeempomp kan door de CM10, door
middel van een pompprogramma, worden
geactiveerd. Mocht de systeempomp 24 uur
niet hebben gedraaid, wordt deze voor
5 minuten in bedrijf genomen.

3.3 Vorstbewaking

LET OP!
Waarborg over alle verwarmings-
elementen de doorstroming om
voldoende vorstbewaking te
verkrijgen.
De CM10 heeft twee manieren van
vorstbewaking, te weten:
– vorstbewaking op buitentemperatuur;
– vorstbewaking op aanvoertemperatuur.
8
Vorstbewaking op buitentemperatuur
Bij gebruik van een ModuLine 400 kan een
vorstbewaking op buitentemperatuur worden
gerealiseerd.
Hiervoor wordt de buitenvoeler aangesloten op
de CM10. Via instellingen op de ModuLine
thermostaat kan deze functie worden
geactiveerd. Zie voor informatie over het
instellen de montage- en gebruikersinstructie
van de ModuLine 400.
Vorstbewaking op aanvoertemperatuur
Vorstbewaking op aanvoertemperatuur is zowel
bij een modulerende weersafhankelijke
regeling als bij een modulerende
ruimtetemperatuurregeling van toepassing.
De vorstbewaking op aanvoertemperatuur
wordt actief als de aanvoertemperatuur lager is
dan 7 °C, en wordt weer opgeheven als de
aanvoertemperatuur hoger is dan 15 °C.
Mocht de systeemaanvoersensor een lagere
temperatuur meten dan 7 °C worden de
cv-toestellen aangestuurd. Bij het bereiken van
een watertemperatuur van 15 °C eindigt de
warmtevraag. De systeempomp draait wel
door. Deze wordt uitgeschakeld als de
nadraaitijd van 5 minuten is verstreken.

3.4 Automatische schakelvolgorde

De schakelvolgorde bepaalt welk cv-toestel als
eerste cv-toestel, en welk cv-toestel als tweede
cv-toestel wordt ingeschakeld.
De schakelvolgorde wordt door de CM10
automatisch geregeld. De regeling zorgt voor
een gelijke verdeling van het aantal branduren
van elk cv-toestel. Zowel het aantal branduren
voor cv als voor warmwater worden hierin
meegenomen. De gelijke verdeling van het
aantal branduren komt de levensduur van de
toestellen ten goede.
Cascaderegelaar CM10 • 7164 9200 (2013/07)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Nefit CM10

Inhoudsopgave