3.2
Functies
De algemene werking van de bewegingsmelder wordt beschreven in de beknopte handleiding die
met het apparaat wordt meegeleverd.
Passief-infrarood-bewegingsmelders registreren warmtebewegingen en zetten deze om in
signalen die door een processor worden geanalyseerd.
Het apparaat is een schakelmelder. De helderheidswaarde vanaf waar de verlichting moet worden
ingeschakeld, kan vrij worden gekozen (inschakeldrempel). Als de door de melder gemeten helder-
heidswaarde onder de ingestelde inschakeldrempel ligt, leidt een beweging in het vertrek tot het
inschakelen van de verlichting. Bij elke opnieuw gedetecteerde beweging wordt ook de nalooptijd
opnieuw gestart. Na het verstrijken van de nalooptijd wordt de verlichting uitgeschakeld.
De verlichting kan op elk moment handmatig met de afstandsbediening worden in- of uitgescha-
keld. Het apparaat blijft dan zo lang in- of uitgeschakeld als er beweging wordt gedetecteerd plus
de ingestelde nalooptijd.
Door elke gedetecteerde beweging wordt de nalooptijd opnieuw gestart. Als gedurende een naloop-
tijd geen beweging meer wordt gedetecteerd, gaat de melder terug naar de normale modus (de
verlichting wordt bij beweging ingeschakeld en blijft branden tot de nalooptijd is verstreken en er
geen beweging meer is gedetecteerd).
3.3
LED-weergaven
LED-functie-indicaties na elke herstelde stroomstoring
(10 s zelftestcyclus)
Fabrieksinstelling actief
Melder is geprogrammeerd
LED-functie-indicaties tijdens gebruik
Bewegingsdetectie
Inschakeldrempel overschreden Groene LED knippert
IR-opdracht
6
BL2
1
Rode, groene en witte led knipperen afwisselend
Rode LED knippert snel (2x/s)
Rode LED knippert
Witte LED knippert
1 Status LED's
93317
Bedieningshandleiding