Nuttige tips
Algemene problemen met het apparaat
Probleem
De bodem van de koel-
zone is nat.
De diepvriesproducten
zijn vastgevroren.
De voorkant van het
koelapparaat is warm.
Het koelapparaat functi-
oneert niet goed.
Op het bedieningspa-
neel brandt . Boven-
dien klinkt er een waar-
schuwingssignaal.
68
Oorzaak en oplossing
De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt.
Reinig het gootje en de afvoeropening voor het
dooiwater.
De verpakking van de levensmiddelen was niet droog
toen ze in het apparaat werden gelegd.
Maak de ingevroren levensmiddelen met een
stomp voorwerp los, bijv. met een lepelsteel.
De voorkant van het koelapparaat wordt gedeeltelijk
een beetje verwarmd om de vorming van con-
denswater bij de afdichting van de deur te voorko-
men.
Als uw koelapparaat niet goed functioneert, kunt u
het apparaat met een zelftest controleren. De zelftest
van het apparaat geeft storingen aan die alleen door
Miele kunnen worden verholpen.
Schakel het koelapparaat uit en na 5 minuten weer
in.
Raak binnen de volgende 10 seconden gedurende
3–5 seconden de sensortoets SuperFrost aan,
totdat er een akoestisch signaal klinkt.
De zelftest van het apparaat begint, na korte tijd
klinkt er een lang akoestisch signaal.
- Als er na afloop van de zelftest 2 akoestische sig-
nalen klinken, is uw koelapparaat in orde.
- Het koelapparaat schakelt over naar de normale
functie.
- Als er na afloop van de zelftest 5 akoestische sig-
nalen klinken en de sensortoets voor de functie Su-
perFrost gedurende 10 seconden knippert, is er
sprake van een storing. Neem contact op met
Miele.
Het deuralarm klinkt.
Sluit de deur van het apparaat. Het alarmsym-
bool dooft en de zoemer houdt op.