Evenwichtspunt voor de
zittingkanteling verstellen
Figuur 39 og 40
Verstelling van het evenwichtspunt voor de
zittingkanteling moet alleen door gekwalificeerd
personeel worden gedaan.
Alle gebruikers hebben een verschillende
lichaamslengte, gewicht en functieniveau. Dit
beïnvloedt de effecten van de kanteling van de
zitting en het evenwichtspunt.
Bij sommige gebruikers leiden hun functieniveau,
lichaamslengte en het gewicht ertoe, dat de zitting
gemakkelijker achterover dan voorover kantelt. Het
evenwichtspunt kan hieraan worden aangepast.
De meeste gebruikers zullen de voorkeur geven aan
een evenwichtige zittingkanteling, waarbij de zitting
even gemakkelijk voorover als achterover kantelt.
Ga als volgt te werk om het evenwichtspunt van
de zittingkanteling in te stellen:
• Verwijder de armlegger en het aandrijfwiel.
Schroef de bout (39A) met een 4 mm
inbussleutel los om de afdekking te verwijderen.
Doe hetzelfde met de afdekking aan de
binnenkant, ditmaal met een 3 mm inbussleutel
• Schroef de bout (40A) met een 6 mm
inbussleutel los en houd deze aan de achterkant
met een 5 mm inbussleutel tegen
• Zet de bout in het gewenste gat. De zitting
kantelt gemakkelijker achterover als de bout in
het voorste gat staat en gemakkelijker voorover
als de bout in het achterste gat staat
• Controleer dat u altijd hetzelfde gat gebruikt
aan beide zijden van de stoel. De gaten zijn
genummerd en voorzien van een kleurcode,
zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant
• Draai de bouten weer vast en breng de afdekking
weer aan.
22
AANPASSEN VAN DE STOEL
Figuur 39
A
Figuur 40
A
MB3160-NL