8. Bescherming en foutmeldingen
N°
A1
A2
A3
A4
A5
A6
A7
A8
Stroomcontrole
Overspanning
Onderspanning
Temperatuur
beveiliging
Overbelastings-
beveiliging
Falen van de
drukschakelaar
Debietsbeveiliging
Droogloop
16
Beschrijving
Pomp wordt uitgeschakeld omdat de
stroomwaarde een ontoelaatbare hoge waarde
bereikt heeft door :
- kortsluiting van de motor
- te hoge aanloopstroom
Pomp wordt afgesloten omdat de spanning een
ontoelaatbare hoge waarde overschreden heeft.
Pomp wordt uitgeschakeld indien de netstroom
onder 207 V valt
Indien de temperatuur van de pompensturing
boven 85 ° C stijgt, wordt de geïntegreerde
temperatuurbeveiliging ingeschakeld en de
stroom onderbroken. Daarvoor wordt de
motorstroom tot 90 % van F2 begrensd.
De overbelasting van de stroom gedurende een
tijd (gedefinieerd door een l²t algoritmus) wordt
door de pompsturing begrensd, om de isolatie
van de motor te beschermen. (voor de juiste
werking moet de nominale stroom van de pomp
ingesteld zijn F2)
In het geval van problemen of falen van de
drukschakelaar,schakelt de pompsturing de pomp
uit. Een herstart moet manueel gebeuren (STOP
drukken en verder gaan met START)
Deze beveiliging stopt de pomp indien alle
toestellen gesloten werden en het debiet naar nul
terugvalt (normaal gebruik)
Indien geen water gepompt wordt pinkt de LED
en stopt de pomp na 40 seconden. Na 5
achtereenvolgende automatische herstarten volgt
een permanente pompenstop. Eveneens licht het
Alarm-LED op