Aarding
Aarding
Aarding
Deze apparatuur moet worden geaard om
het risico op statische vonken en elektrische
schokken te verminderen. Elektrische of statische
vonken kunnen tot gevolg hebben dat dampen
ontbranden of ontploffen. Een onjuiste aarding kan
elektrische schokken veroorzaken. Aarden biedt
de elektrische stroom een ontsnappingsdraad.
Pomp: Draai de aardingsschroef los. Steek
1. Pomp:
Pomp:
één uiteinde van een aarddraad van minimaal
3,3 mm
2
(12 AWG) achter de aardingsschroef
en draai de schroef goed vast. Verbind het
klemuiteinde van de aarddraad met een
echte aardaansluiting. Er is een aarddraad
met klem, Onderdeel 238909, verkrijgbaar
bij Graco. Aard ook de pomp via een goede
elektrische verbinding. Voor AC-modellen zie
Draadverbindingen bij de motor, page
Voor BLDC-modellen zie
BLDC-motorbedrading, page
3A3684T
18.
26.
Vloeistofslangen: gebruik alleen elektrisch
2. Vloeistofslangen:
Vloeistofslangen:
geleidende slangen met een maximale
gezamenlijke slanglengte van 150 m (500 ft.) om
een goede doorlopende aarding te verkrijgen.
Controleer de elektrische weerstand van de
slangen. Als de totale aardweerstand hoger is
dan 25 megaohm, moet de slang onmiddellijk
worden vervangen.
De vloeistofhouder:
vloeistofhouder: volg de plaatselijk geldende
3. De
De
vloeistofhouder:
voorschriften.
4. Alle
Alle emmers
Alle
emmers met
emmers
met oplosmiddel
met
oplosmiddel
oplosmiddel die
gebruikt
gebruikt bij bij bij het
gebruikt
het spoelen:
het
spoelen:
spoelen: volg de lokaal geldende
voorschriften. Gebruik alleen metalen emmers,
omdat die geleidend zijn. Als de verpompte
vloeistof geen metaal verdraagt, kunt u in
het metalen vat een geleidende, geaarde
voering gebruiken. Plaats het vat niet op een
niet-geleidend oppervlak, zoals papier of karton,
omdat dat de aarding onderbreekt.
Motorbesturing Aarden via een goed elektrische
5. Motorbesturing
Motorbesturing
aansluiting.
a. VFD:
VFD: Zie
VFD:
Draadverbindingen op de variabele
frequentieaandrijving (VFD), page
b. Graco-motorbesturing:
Graco-motorbesturing: Zie
Graco-motorbesturing:
Bedrading van de motorbesturing, page
Controleer na de initiële installatie de ononderbroken
elektriciteit en stel vervolgens een regelmatig schema
voor het controleren van een continuïteit op, om
ervoor te zorgen dat een juiste aarding gegarandeerd
blijft. De weerstand mag niet meer dan 1 ohm zijn.
Installatie
die worden
die
worden
worden
20.
27.
17