Bedieningsknoppen op het
systeem en de afstandsbediening
1 STANDBY ON
–
om het systeem aan of stand-by te
zetten.
–
om te EASY SET-functie te gebruiken.
2 DIGITAL SOUND CONTROL-
BEDIENINGSDISPLAY
–
geeft de gekozen DSC-instelling weer.
3 DYNAMIC BASS BOOST (DBB)
–
om het versterken van de lage tonen
aan en uit te zetten.
4 VEC
–
om de gewenste virtuele omgeving
(VEC) te kiezen : HALL, CINEMA of
CONCERT.
5 DIGITAL SOUND CONTROL (DSC)
–
om het gewenste klankeffect te
kiezen: OPTIMAL, JAZZ, ROCK of
TECHNO.
6 JOG CONTROL
–
om de gewenste DSC-instelling te
kiezen. Hiervoor moet u eerst de DSC-
functie kiezen.
–
om de gewenste VEC-instelling te
kiezen. Hiervoor moet u eerst de VEC-
functie kiezen.
7 PROGRAM
bij CD ............ om cd-nummers te
programmeren.
bij TUNER ..... om zenders te
programmeren.
bij CLOCK ...... om te kiezen tussen de
12- of 24-uursklok.
pg 091-112/C38/22-Dut
95
8 RECORD
–
om het opnemen op deck 2 te starten.
9 DUBBING
–
om een cassette met normale snelheid
of versneld te kopiëren.
0 DISPLAY
–
voor informatie over wat het systeem
doet.
! CD-LADE
@ DISC CHANGE
–
om cd's te verwisselen.
# OPEN•CLOSE
–
om de cd-lade te openen of te sluiten.
$ DISC 1 / DISC 2 / DISC 3 (DIRECT
STARTEN VAN EEN CD)
–
om het cd-vak te kiezen waarmee u
het afspelen wilt starten.
% BRONKEUZE – om te kiezen tussen:
CD / (CD 1•2•3)
–
om de cd-speler te bedienen. Als de
cd-speler stilstaat: om het cd-vak (1, 2
of 3) te kiezen.
TUNER / (BAND)
–
om de tuner te bedienen. Als u de
tuner gekozen heeft: om het
golfgebied (FM, MW of LW) te kiezen.
TAPE / (TAPE 1•2)
–
om het cassettedeck te bedienen. Als
u de tuner gekozen heeft: om het
golfgebied (FM, MW of LW) te kiezen.
AUX (CDR/VIDEO)
–
om het apparaat dat aangesloten is op
AUX IN te bedienen (bijvoorbeeld het
geluidskanaal van een tv,
videorecorder, laserdiskspeler, DVD-
speler of cd-recorder).
^ PER APPARAAT VERSCHILLEND
SEARCH à á (TUNING à á)
bij CD ............ om een vorige/
volgende passage te
zoeken.
bij TUNER ..... om af te stemmen op
een lagere of hogere
radiofrequentie.
bij TAPE ......... om de cassette
versneld terug of
vooruit te spoelen.
bij CLOCK ...... om het uur in te stellen
(enkel op het systeem) .
STOP•CLEAR 9
bij CD ............ om het afspelen van
een cd te beëindigen en
om een programma te
wissen.
bij TUNER ..... om het programmeren
te beëindigen.
bij TAPE ......... om het afspelen of
opnemen te
beëindigen.
DEMO ........... (enkel op het systeem)
om het demonstratie-
programma te starten
of te beëindigen.
PLAY 2 / PAUSE ;
bij CD ............ om het afspelen te
starten of te
onderbreken.
bij TAPE ......... om het afspelen te
starten.
3/7/00, 5:22 PM
BEDIENINGSKNOPPEN
PREV ¡ / SIDE / NEXT ™
(PRESET 4 3)
bij CD ............ om naar het begin van
het huidige, vorige of
volgende nummer te
gaan.
bij TUNER ..... om een
geprogrammeerde
zender te kiezen.
bij CLOCK ...... om de minuten in te
stellen (enkel op het
systeem) .
& VOLUME
–
om het volume harder of zachter te
zetten.
* INCREDIBLE SURROUND
–
om het surround-effect aan en uit te
zetten.
( ;
–
aansluitbus voor een hoofdtelefoon.
) CLOCK•TIMER
–
om de tijd weer te geven en om de
klok of timer in te stellen.
RDS
–
om de soort van RDS-informatie in
deze volgorde te kiezen: naam van de
zender, programmatype en radiotekst.
NEWS
–
om automatisch op een
nieuwsuitzending.
¡ DIM
–
om de helderheid van het display te
kiezen: DIM 1, DIM 2, DIM 3 of DIM
OFF (uit).
3139 116 19381
95