Inhoudsopgave
Advertenties
Attentie: Waarschuwing, - Petroleum kolenbrandstoffen of huisafval mogen niet in dit
apparaat verbrandt worden!!
Raadpleeg uw lokale brandstofhandelaar indien er problemen ontstaan over de brandstof
kwaliteit of de toepasbaarheid ervan.
7.7
Belangrijke richtlijnen voor houtverbranding
Met een volle houtlading en op nominaal rendement brandend, zal de kachel iedere 1-1,5 uur
bijgevuld moeten worden. Eén of twee grote houtblokken branden langer dan enkele kleinere
blokken. Normaal gesproken kan hout hoger in de kachel gestapeld worden dan vaste minerale
brandstof, maar wees er attent op dat de blokken niet tegen het venster en de smoorklep
komen. Stapel blokken niet boven het niveau van het tertiaire luchtinlaatprofiel in de
keramische wanden aan de achterkant van de kachel.
Zorg er voor een schone verbranding altijd voor dat de vlammen zichtbaar zijn boven het hout
na het hervullen. Verbranding zonder vlammen boven de brandstof veroorzaakt onnodige
rook. Open de enkele luchtregelingshendel na het hervullen volledig naar de hout (linker)
kant gedurende 3 minuten of totdat de blokken volledig smeulen teneinde volle vlammen
boven het hout te krijgen.
Hout brandt het best op een bed van as en het is daarom nodig om alleen het teveel aan as te
verwijderen. Verbrandt uitsluitend goed gedroogd hout dat gehakt, gespleten en beschermd
tegen regen is opgestapeld vanaf minstens 12-24 maanden waarbij de wind vrij spel heeft
gehad om het hout uit te drogen. Verbranding van nat of ongedroogd hout veroorzaakt vuil en
roet in de kachel en de schoorsteen en geeft geen goed verbrandingsrendement. Hout dat niet
goed droog is (onder "droog" wordt verstaan minder dan 20% vocht van binnen) verbruikt
energie van het verbrandingsproces om het water in het hout te laten verdampen en heeft
dus erg lage verbrandingscondities.
De meest voorkomende verbrandingsproblemen bij houtkachels worden veroorzaakt door
buitensporig vochtig hout. Hout kan er aan de buitenkant erg droog uitzien maar toch 40-50%
water van binnen bevatten. Een vochtmeter voor het controleren van de houtbron kan
aangeschaft worden bij kachel- en onderdelenleveranciers. Splijt een blok en controleer zowel
de binnen- als de buitenkant.
7.7.1 Bijvullen op een smeulend vuurbed
Indien er ontoereikend brandend materiaal is om het bijgevulde hout te laten ontbranden kan
er buitensporige rookontwikkeling ontstaan. Er moet op voldoende gloeiende sintels en as
bijgevuld worden zodat het bijgevulde hout binnen een redelijke tijd kan ontbranden. Als er te
weinig gloeiende sintels zijn kan er eerst wat aanmaakhout gebruikt worden om
rookontwikkeling te voorkomen.
7.7.2 Teveel brandstof
De maximum hoeveelheid brandstof zoals in deze handleiding omschreven, moet niet
overschreden worden, teveel kan buitensporige rookontwikkeling veroorzaken. Laadt nooit
brandstoffen boven de onderhoek van het tertiaire luchtprofiel in de achterkant van de
keramische wand en niet tegen het venster. Voor alle modellen geldt een max. houtdiameter
van ca. 150 mm. en max. lengte 300 mm. voor 5kW; 400 mm lengte voor 5kW brede uitvoering;
400 - 650 mm voor 8,5 kW. Een heel blok is ALLEEN acceptabel op een heet bestaand vuurbed.
7.7.3 Bediening/werking met geopende kacheldeur
De bediening met geopende deur kan buitensporige rook en morsen in de kamer veroorzaken.
De kachel moet niet gebrand worden met geopende deur.
7.7.4 Primaire luchttoevoer open
Bediening met openstaande hendel voor primaire lucht: de enkele luchthendel in de Kolenstand
-rechterkant- kan buitensporige rook veroorzaken. Tijdens houtverbranding of geopende deur
moet de luchtregeling niet in de rechterstand open staan.
17
Purevision Freestanding
Issue 02 01/14
Advertenties
Inhoudsopgave
