Tip: Als u voor de allereerste keer de compressor start, kijk dan in het Info menu/Service info (3.1) naar de
zuiggastemperatuur, deze mag niet onder de 0°C komen.
Normaliter stabiliseert deze rond de 5°C, dus zodra de compressor start (zichtbaar onder de tekst in ditzelfde
menu doordat het blauwe zuigersymbooltje verschijnt), kijkt u naar de zuiggastemperatuur.
Als deze snel zakt richting 0°C zet u onmiddellijk het toestel uit en ontlucht de bron
opnieuw, tevens controleert u of er flow is over de bron. Voorkom schade door
bevriezing van de verdamper!
Extra instellingen (aanbevolen)
©2021 NIBE Energietechniek BV – v2.1 NP/ML 02082021
INSTELLLING MODUS AUTO
In menu 4.9.2 kunt u 'modus auto' instellen:
Boven welke gemiddelde buitentemperatuur koelen wordt
ingeschakeld (als beschikbaar)
Onder welke gemiddelde buitentemperatuur verwarmen
wordt gestopt
Boven welke gemiddelde buitentemperatuur bij-
verwarming voor CV niet meer is toegestaan
De filtertijd welke de periode bepaalt waarover de
gemiddelde buitentemperatuur wordt berekend
Op het plaatje ziet u de aanbevolen instellingen.
KOELING (als van toepassing)
Bij een PC-uitvoering van de warmtepomp of plaatsing van een
externe koelmodule moet ook de koeling worden ingesteld.
1. U zet in menu 1.9.1.2 het getal wat op het eind aan de
blauwe lijn vast zit op 0 (stooklijn 0), daarmee wordt menu
1.9.7.2 actief: eigen koelcurve
2. Uitgaande van vloerkoeling zet u bij 0-,10-,20- en 30°C de
aanvoertemperatuur op 18°C, bij een buitentemperatuur van
40°C kiest u voor een aanvoertemperatuur van 20°C.
Als u bij vloerkoeling een lagere
aanvoertemperatuur instelt dan 18˚C is er
grote kans op condensvorming op de vloer. Bij
een ander type koeling zoals fancoils mag de
aanvoer verder omlaag mits de apparatuur hiervoor geschikt
is. Let erop dat u leidingen dampdicht isoleert!
7