9. In- en uitgangen software (AUX)
10. Instellingen ruimtesensor (ruimtecompensatie)
11. Instellingen koeling
©2021 NIBE Energietechniek BV – v2.1 NP/ML 02082021
In dit menu kunnen er functies worden gekoppeld aan ingangen
en uitgang van de software.
Bij de eerste opstart mag de compressor onder
geen omstandigheid in bedrijf komen voordat de
bron goed ontlucht en gemengd is. Hiertoe wijst u
AUX1 toe als 'blokkeer compressor'. Is AUX1 al
bezet, dan kiest u een andere nog vrije AUX-ingang. Tevens
maakt u een doorverbinding tussen klem 9 en 10 (AUX1) op
klemmenstrook X6 van print AA3. Doorverbinding en toewijzen
samen is: blokkeer compressor (zie ook verkort aansluitoverzicht
elektra).
De uitgang AA3-X7 (potentiaalvrij wisselcontact) is ingesteld als
'Indicatie koelmodus': bedoeld om het afgiftesysteem/naregeling
te laten weten dat het toestel overgaat van verwarmen naar
koelen en omgekeerd.
Indien u een ruimtesensor heeft toegepast (RMU40 of BT50) kunt
u hier aanvinken of deze de stooklijn, op basis van de gevraagde
ruimtetemperatuur, mag aanpassen of niet.
Als u een vinkje heeft gezet, krijgt u de factor waarmee u de
stooklijn wil beïnvloeden te zien. U kiest verwarmen 2.0 en
koelen 0.0.
Voorbeeld: Stel de huidige kamertemperatuur is 19°C en men
wenst 21°C. Dan wordt de gevraagde aanvoertemperatuur 2
graden x factor 2 = 4°C hoger. Is het 22°C in plaats van 21°C,
dan wordt de gevraagde aanvoertemperatuur 1 graad x factor 2 =
2°C lager dan de stooklijn De aanvoer voor koelen is 18°C, deze
moet ongewijzigd blijven, dus die factor komt op 0°C.
Als koelen is geactiveerd, volgen deze instellingen. Hier kunt u
instellen of de ruimtesensor (als aanwezig) mee moet bepalen of
de warmtepomp in koel- of verwarmingsbedrijf gaat.
U kunt kiezen voor GEEN, dan bepaalt alleen de
buitentemperatuur (4.9.2, Instellingen modus AUTO).
Vult u RMU/BT50 in, dan is deze medebepalend en wordt het
menu uitgebreider.
In dit voorbeeld is de gewenste ruimte temperatuur 21°C. Wordt
het in de ruimte warmer dan 23°C (21+2), dan gaat het toestel
naar de bedrijfsstand 'koelen' daar blijft het net zolang in, tot dat
de temperatuur lager dan 20°C wordt (21 -1) dan komt deze weer
in verwarmingsmodus (enz.). Let op: menu 4.9.2.
(buitentemperatuur) staat hier nog boven, dus er moet ook
worden voldaan aan dat menu, wil er daadwerkelijk warmte of
koude worden geproduceerd!
4