4 | Ontwerp
– Er mogen geen deuren of vergelijkbare vensterdeuren die tot op de vloer reiken, op het platte dak
zijn.
– Op het platte dak mogen er geen ventilatiebuizen, dakramen of dergelijke zijn.
– De opstand (ommuring of verhoging op de omtrek van het platte dak) mag maximaal 0,15 m hoog
zijn.
– Condensaatafvoerbuis Ø 33 mm van de warmtepomp geïsoleerd naar sifon leiden.
– Sifon direct onder plafond installeren
–
Kan in een vorstvrije ruimte zonder verdere maatregelen worden uitgevoerd.
–
In een niet-vorstvrije ruimte (zoals bijvoorbeeld een onverwarmde garage) moet verplicht een ver-
warmingslint van het toestel tot de sifon worden geïnstalleerd.
– Bij aansluiting aan vuilwater-, regenwaterkanaal of afvoerleiding, letten op afschot van de leiding en
de leiding vorstvrij leggen.
– Toegang tot onderhoud en service voorzien (bijv. beveiligde ladders).
Condensaatafvoer
①
Condensaatafvoerbuis Ø 33 mm tussen de
bodem en de warmtepomp geïsoleerd
③
Afvoerleiding voor de afvoer van vuilwater of
regenwater
– Bij invoer in een afvoerleiding: Letten op afschot van de leiding en de leiding vorstvrij leggen.
– Alternatief: Het condensaat in het gebouw voeren en het daar met een sifon direct in de waterafvoer
leiden Opvoerinrichtingen zijn niet toegestaan.
Rekening houden met geluidsemissie
Wegens de geluidsemissie van de buitenunit van lucht/water-warmtepompen moeten voor de opstel-
plaats volgende basisprincipes worden nageleefd:
1. Opstelling aan of onder vensters van geluidgevoelige ruimten (bijv. slaapkamers) vermijden.
2. Opstelling bij geluidreflecterende oppervlakken, bijv. nissen, tussen twee wanden en onder uitsteken-
de daken vermijden.
3. Grenswaarden tegen geluidsoverlast in acht nemen: Beoordelingsniveau berekenen en de vereiste
afstand bepalen. Zie
9148328 | 202206
1
2
☞ Grenswaarden controleren en de vereiste afstand berekenen
1
3
②
Grindlaag in het vorstvrije gebied ter opname
van tot 50 liter condensaat per dag
FHA
1
3
[} 34].
WOLF GmbH | 33