Afb.38
Afmetingen
A
Tab.33
Koudemiddelleidingmaten
Diameter (mm)
Diameter (inch)
Ø 6,35
1/4"
Ø 9,52
3/8"
Ø 12,7
1/2"
Ø 15,88
5/8"
Ø 19,05
3/4"
Afb.39
a
b
d
c
c
Afb.40
7777990 - v.02 - 27012021
B
AD-3001880-01
Wanddikte (mm)
0,8
0,8
0,8
1,0
1,0
g
e
f
h
Maximumwerkdruk
MPa (bar)
4,15 (41,5)
4,15 (41,5)
4,15 (41,5)
4,15 (41,5)
4,15 (41,5)
6.3.2
Flarewerkzaamheden
Voer de flarewerkzaamheden met het juiste gereedsschap uit en
beoordeel aan de hand van de bijgevoegde afbeelding. Als geconstateerd
wordt dat de verbinding niet juist is is, moeten de werkzaamheden
opnieuw uitgevoerd worden.
Goede voorbeelden:
a Overal rondom glad
b Binnenin glimt het zonder krassen
c Overal rondom gelijke lengte
Slechte voorbeelden:
d Te veel
e Bestempeld
f Kras op flensvlak
g Gebarsten
h Ongelijkmatig
6.3.3
De koudemiddelverbindingen aansluiten op de binnenunit
Opgelet
Houd de koudemiddelkoppeling op zijn plaats met behulp van een
sleutel, zodat de interne aansluitleiding van het koudemiddel niet
tordeert.
1. Snijd de koudemiddelleidingen die uit de buitenunit komen met een
pijpsnijder en verwijder bramen.
2. Schroef de beschermingsdop los van de vloeistofleiding (1/4") van de
koudemiddelconnector en gooi deze weg.
3. Controleer de warmtewisselaar op lekdichtheid. Steek voorzichtig een
schroevendraaier in de 1/4"-moer. U moet een sissend geluid horen,
wat aantoont dat de wisselaar lekdicht is.
4. Verwijder de vloeistofleidingmoer.
5. Verwijder de gasleidingmoer.
6. Steek de moeren op de koudemiddelleidingen.
Gebruik de vloeistof-/gasleidingmoer uit de accessoirezak.
7. Sluit de koudemiddelleidingen aan via een flareverbinding.
8. Breng koudemiddelolie aan op de flarekoppelingen om het
vastdraaien te vergemakkelijken en de afdichting te verbeteren.
Maat A flare (mm)
Maat B flaremoe
ren type 2 (mm)
9,1
17,0
13,2
22,0
16,6
26,0
19,7
29,0
24,0
36,0
6 Installatie
39