Inhoudsopgave
Advertenties
Afb.32
Voorpaneel van binnenunit
Afb.33
Zijaanzicht
Afb.34
Afb.35
7777990 - v.02 - 27012021
6.2.3
De condensafvoer controleren
1. Open het voorpaneel.
1.1. Draai de richtlamellen naar onder.
1.2. Verwijder de bevestigingsschroeven.
1.3. Trek het paneel naar u toe om het te verwijderen.
2. Controleer de condensafvoer.
2.1. Plaats een emmer onder het afvoerkanaal.
2.2. Controleer of het condenswater door de juiste opening stroomt.
AD-3001853-01
6.2.4
Condensleiding van de vloer- en plafondunit installeren
Opgelet
Om ervoor te zorgen dat het afvoerwater goed wegstroomt,
moet de unit neerwaarts naar de onderkant van de unit lopen
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat de voorkant hoger
is, anders kan het zijn dat het afvoerwater uit de luchtuitlaat
loopt.
Gebruik alleen de achterste aftapkraan voor de vloer- en
plafondunit. Elk gebruik van een andere aftapkraan verhindert
een correcte afvoer van condens.
Bij het aansluiten van meerdere units op een gezamenlijke condensleiding
moet deze leiding 100 mm of meer onder elke aftapkraan worden
geïnstalleerd.
1. Sluit de condensleiding aan op de aftapkraan.
AD-3001903-01
2. Zorg dat er een neerwaartse helling van 1/100-150° is. De leiding mag
nergens stijgen.
3. Isoleer de condensleiding en aftapkraan (rubberisolatie met een dikte
van meer dan 8 mm) om condensering te voorkomen.
4. Sluit ongebruikte aftapkranen op de unit af.
AD-3001899-01
6.2.5
Condensleiding van de cassette-unit installeren
Opgelet
De unit heeft een afvoerpomp die tot 700 mm opvoert. Echter,
nadat de pomp stopt, stroomt het al in de leiding aanwezig water
terug en kan de opvangschaal overstromen waardoor er een
lekkage ontstaat. Om dit te voorkomen, zorg dat er een
neerwaartse helling van 1/100-150° na het hoogste punt in de
leiding is.
1. Sluit de condensleiding aan op de aftapkraan.
AD-3001900-01
6 Installatie
37
Advertenties
Inhoudsopgave
