5
Selecteer Sla op.
Recente routes en bestemmingen weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor
reisgeschiedenis inschakelen
U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt
op de kaart bekijken.
Selecteer
> Waar ik was.
Instellingen
Navigatie-instellingen
Selecteer Instellingen > Navigatie.
Voertuigprofiel: Hiermee stelt u een voertuigprofiel in voor elk
voertuig waarin u uw toestel gebruikt.
Kaart en voertuig: Hiermee stelt u het kaartdetailniveau en het
voertuigpictogram in dat wordt weergegeven op uw toestel.
Routevoorkeuren: Hiermee stelt u de routevoorkeuren voor
navigatie in.
Hulp voor de bestuurder: Hiermee stelt u waarschuwingen
voor de bestuurder in.
Verkeersinfo: Hiermee stelt u de verkeersinformatie in die het
toestel gebruikt. U kunt instellen dat uw toestel
verkeersdrukte mijdt bij het berekenen van routes en een
nieuwe route zoekt naar uw bestemming als er op uw huidige
route vertraging voorkomt
pagina
13).
Eenheden: Hiermee stelt u de eenheid voor afstanden in.
Kaart- en voertuiginstellingen
Selecteer Instellingen > Navigatie > Kaart en voertuig.
Voertuig: Hiermee kiest u het voertuigpictogram voor het
aangeven van uw positie op de kaart.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de
kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als
er meer details worden weergegeven, wordt de kaart
mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens
wijzigen.
Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaartpagina worden weergegeven
aanpassen, pagina
16).
Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste
zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de
kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en
uitzoomen.
Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten
het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn
geïnstalleerd.
TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar
http://buy.garmin.com.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Kaart en voertuig >
Mijn Kaarten.
2
Selecteer een kaart.
Instellingen voor routevoorkeur
Selecteer Instellingen > Navigatie > Routevoorkeuren.
Routevoorbeeld: Toont een voorbeeld van de belangrijke
wegen op uw route wanneer u begint met navigeren.
Berekenmodus: Hiermee stelt u de methode voor
routeberekening in.
22
(Toestelinstellingen, pagina
(Files op uw route vermijden,
(De kaartlagen
Te vermijden: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op
een route wilt vermijden.
Aangepast vermijden: Hiermee kunt u opgeven welke
specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden.
23).
Milieuzones: Hiermee stelt u uw voorkeuren in voor te
vermijden gebieden waarin milieu- of uitstootbeperkingen
gelden die van toepassing zijn op uw voertuig.
Beperkte modus: Hiermee schakelt u alle functies uit die veel
aandacht van de gebruiker vragen.
Taal voor spraak: Hiermee stelt u de taal van de gesproken
navigatie-aanwijzingen in.
Reisgeschiedenis: Hiermee kan het toestel informatie
registreren voor de myTrends, Waar ik was en Reislog
functies.
Wis reisgeschiedenis: Hiermee wordt uw reisgeschiedenis
gewist voor de functies myTrends, Waar ik was en Reislog.
Instellingen hulpsysteem voor de bestuurder
Selecteer Instellingen > Navigatie > Hulp voor de
bestuurder.
Waarschuwingen voor bestuurders: Hiermee kunt u
waarschuwingen voor naderende zones of verkeerssituaties
in- of uitschakelen
bestuurder, pagina
Gevarenzonealarm: Waarschuwt u wanneer u een flitser of
roodlichtcamera nadert.
Verkeersinstellingen
Selecteer Instellingen > Navigatie > Verkeersinfo in het
hoofdmenu.
Verkeersinfo: Hiermee wordt verkeersinformatie ingeschakeld.
Huidige aanbieder: Hiermee wordt de verkeersinfoprovider
ingesteld voor verkeersinformatie. Met de optie Auto
selecteert u automatisch de beste beschikbare
verkeersinformatie.
Abonnementen: Hiermee worden de huidige
verkeersabonnementen vermeld.
Optimaliseer route: Hiermee kan het toestel automatisch of op
verzoek optimale alternatieve routes kiezen
route vermijden, pagina
Verkeerswaarschuwingen: Hiermee stelt u de ernst van de
vertraging in waarbij het toestel een verkeerswaarschuwing
weergeeft.
Dashcam-instellingen
Selecteer Instellingen > Dashcam.
Plaatsing van de camera: Staat u toe om de hoogte van het
voertuig en de camerapositie in te stellen en de dashcam af
te stellen
(De camera richten, pagina
Automatisch opnemen: De dashcam start automatisch met het
maken van video-opnamen als u het toestel inschakelt.
Waarschuwingstonen als hulp voor de bestuurder: Hiermee
kan het toestel een geluid laten horen wanneer er een
waarschuwing voor een kop-staartbotsing of een
waarschuwing voor het verlaten van de rijstrook wordt
geactiveerd.
Waarschuwing voor botsingen: Hiermee kunt u de
gevoeligheid van de botsingsdetectiewaarschuwing
inschakelen en instellen
botsingen, pagina
eerder gewaarschuwd dan bij een lagere gevoeligheid.
Waarschuwing bij rijbaan verlaten: Schakelt een
waarschuwingssignaal in als het toestel detecteert dat u
mogelijk per ongeluk een rijbaanmarkering overschrijdt
(Waarschuwingssysteem voor wisselen van rijbaan,
pagina
6).
(Functies voor het waarschuwen van de
5).
(Files op uw
13).
3).
(Waarschuwingssysteem voor
6). Bij een hogere gevoeligheid wordt u
Instellingen