Advertenties
De nieuwe onderdelen
monteren
(Afb. 1).
1. Smeer en monteer de nieuwe O-ringen op de
fittingen die u eerder hebt verwijderd van de
wielmotoren.
2. Steek de fittingen in de openingen in de wielmotor,
in dezelfde positie als tijdens het verwijderen.
Opmerking: De linkerwielmotor is te herkennen
aan een gele stip of een ring op de motoras, zie
Figuur 2.
1. Ring op as
3. Plaats de wielmotor op het frame. Monteer de
veerklem, de remadapter en de wielmotor aan het
frame met vier tapbouten van 1/2 x 3 inch.
4. Monteer de vier borgmoeren van 1/2 inch op de
tapbouten om de motor, de remadapter en de
veerklem aan het frame te bevestigen. Draai de
bouten vast met een torsie van 91 tot 113 Nm. Zorg
ervoor dat de veerklem is geplaatst zoals wordt
weergegeven in afbeelding Figuur 1.
5. Monteer de remconstructie aan de remadapter met
vier tapbouten van 3/8 x 3/4 inch. Draai de bout
vast met een torsie van 27 tot 45 Nm.
6. Reinig de as van de wielmotor en de conus van
de wielnaaf grondig. Breng geen anti-seize
of smeervet aan op de naaf of de as van de
wielmotor.
7. Steek de nieuwe vierkante sleutel in het slot op
de as van de wielmotor. Lijn de wielnaaf uit met
de vierkante sleutel en schuif de wielnaaf op de
as. Zet de naaf vast met de borgmoer. Draai het
bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 549 tot
671 Nm.
Belangrijk: Gebruik van een momentverme-
nigvuldiger met een standaard momentsleutel
wordt niet aanbevolen, maar het is een mogelijk
1
g019201
Figuur 2
alternatief als u geen momentsleutel hebt voor
678 Nm.
8. Als er zichtbare tekenen van interne schade aan de
wielmotor of de hydrostaat zijn (bijvoorbeeld metaal
of vuil in de hydraulische vloeistof, tractieverlies
of tractieproblemen), moeten er specifieke testen
en spoelingsprocedures worden uitgevoerd. Neem
voor meer informatie contact op met uw plaatselijke
dealer.
9. Verwijder de afdichtingen van de losgekoppelde
hydraulische leidingen en fittingen.
10. Smeer de nieuwe O-ringen en plaats deze op de
hydraulische fittingen van de wielmotor. Bevestig de
hydraulische leidingen weer op de juiste plaats aan de
fittingen van de wielmotor.
11. Bevestig de gaffel van de remkabel aan de remhendel
met behulp van een gaffelpen en een borgpen.
12. Monteer de remtrommel, het voorwiel en de trekveer
aan de machine. Draai de wielmoeren vast met een
torsie van 95 tot 122 Nm.
Opmerking: Bij de modellen 03670, 03680 en
03690 met een serienummer kleiner dan 270001500,
en bij model 03660 met een serienummer kleiner dan
280000000, moet de remtrommel met onderdeelnr.
108-6980, vervangen worden door de remtrommel
met onderdeelnr. 114-8864.
13. Herhaal de procedure voor de andere wielmotor.
14. Plaats de nieuwe hydraulische filters als volgt:
• Reinig de omgeving van het laadcircuit/de plaats
waar het stuurfilter (86–3010) wordt gemonteerd
en plaats een opvangbak onder het filter.
• Verwijder het filter.
• Smeer hydraulische vloeistof op de pakking van
het nieuwe filter.
• Zorg ervoor dat de plaats waar het filter wordt
bevestigd, schoon is.
• Monteer het filter met de hand totdat de pakking
contact maakt en draai deze vervolgens nog een
halve slag verder.
• Herhaal deze procedure bij het andere
reservoirfilter (94–2621).
• Start de motor en laat deze ongeveer 2 minuten
lopen om lucht uit het systeem te verwijderen.
• Zet de motor af en controleer op lekkages.
15. Controleer het peil van de hydraulische olie en vul
indien nodig olie bij.
16. Laat de machine korte tijd proefdraaien om alle
aansluitingen te controleren op lekkage voordat u
de wielen monteert.
3
Advertenties
