Afb.12
Vullen van de installatie
1
50
100
°C
20
120
bar
4
0
1
3
2
7659824 - v.02 - 25112016
7.4.2
1
2
1. Open de CV-afsluiters onder de ketel.
2. Open de kraan van de bijvulinrichting.
3. Sluit de kraan van de bijvulinrichting wanneer de manometer een
3
4
AD-0000193-01
4. Controleer de waterzijdige aansluitingen op dichtheid.
5. Nadat de installatie gevuld is, neemt u de ketel weer in bedrijf.
Vullen van de installatie met bijvulinrichting (indien aan
wezig)
Belangrijk
Draai alle radiatorkranen van de CV-installatie open voor het
vullen.
Zorg dat de ketel spanningsloos is.
Gevaar voor elektrische schok
Zorg dat de ketel spanningsloos is.
Tijdens het vullen kan er lucht ontsnappen via de automatische
ontluchter.
druk tussen 1,5 en 2 bar aangeeft.
Belangrijk
Door bijvullen met water komt er lucht in de CV-installatie:
Ontlucht de installatie. Na het ontluchten kan de waterdruk weer
onder het vereiste niveau komen.
Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op de mano
meter staat aangegeven. Als de waterdruk lager is dan 0,8 bar,
moet water worden bijgevuld.
Belangrijk
Het vullen en het ontluchten van de installatie 2 keer per jaar zou
voldoende moeten zijn om de juiste waterdruk te krijgen. Neem
contact op met uw installateur, indien u vaak water bij moet vullen.
7 Onderhoud
23