Dakuitmonding Clv Systeem O.b.v. Overdruk - Intergas Kombi Kompakt HRE 24/18 A Installatievoorschrift
Verberg thumbnails
Zie ook voor Kombi Kompakt HRE 24/18 A:
- Installatievoorschrift (68 pagina's) ,
- Bedieningsvoorschrift (4 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
5.9.9
Dakuitmonding CLV systeem o.b.v. overdruk C(10)3
Toestelcategorie : C10(3)
Een rookgasafvoersysteem volgens een CLV systeem o.b.v. overdruk is
toegestaan, mits C(10)3 als zodanig is vermeld op de typeplaat van het toestel.
Onderstaande zaken moeten daarbij eveneens in acht genomen worden.
Eisen aan het gemeenschappelijk kanaal en aansluitingen
•
De gemeenschappelijke voorzieningen voor luchttoevoer en
rookgasafvoer dienen voorzien te zijn van een CE markering.
•
De gemeenschappelijke voorzieningen voor luchttoevoer en
rookgasafvoer dienen concentrisch te zijn uitgevoerd.
•
De aansluitstompen voor aansluiting van de luchttoevoer en
rookgasafvoer voor de CV toestellen op de luchttoevoer en
rookgasafvoer op het gemeenschappelijk systeem dienen concentrisch
te zijn uitgevoerd.
•
De concentrische aansluitingen dienen een diameter te hebben van 100
mm voor de luchttoevoer en 60 mm voor de rookgasafvoer.
•
Toepassing van een trekonderbreker aan de onderzijde van het CLV
systeem is niet toegestaan.
•
Het rookgasafvoerkanaal dient aan de onderzijde te zijn voorzien van
een condensafvoervoorziening.
•
Het luchttoevoerkanaal dient aan de onderzijde te zijn voorzien van een
regenwaterafvoervoorziening indien het inlaat gedeelte van de
afvoerkapconstructie niet beschermd is tegen inregenen.
•
De gemeenschappelijke verbrandingsgas-afvoerkap en luchttoevoerkap
dient conform BRL QA 138 uitgevoerd te worden.
•
Er dient geen drukvereffeningsopening aan de onderzijde van het
gemeenschappelijk luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem aanwezig te
zijn.
•
De uitmonding van de rookgasafvoer kan op een willekeurige plaats in
het schuine dakvlak gemaakt worden, mits de uitmonding in het dakvlak
dezelfde oriëntatie heeft als de luchttoevoer in de gevel. Bij een plat dak
moet de uitmonding van de rookgasafvoer in het "vrije"
uitmondingsgebied gemaakt worden.
•
De gehele afvoervoorziening dient brandveilig te zijn volgens NEN 6062.
Eisen aan een toestelinstallatie in een C(10)3 systeem
•
Alleen toestellen die voorzien zijn van de Intergas CLV ombouwset
(art.nr. 090007 [80|80] / 090017 [80/125] ) mogen in een C(10)3 systeem
worden aangesloten.
•
De aansluitleidingen tussen het toestel (gerekend vanaf de externe
rookgasklep) en de gemeenschappelijke kanalen dienen concentrisch te
zijn uitgevoerd.
•
Het toestel dient te zijn geïnstalleerd volgens de geldende voorschriften.
•
Controleer bij elke onderhoudsbeurt zowel de interne als de externe
rookgasklep op de goede werking, zie ook § 9.1.4.
•
Zie voor het beugelen § 5.9.12.
Opmerking
Bij toepassing van een gemeenschappelijk rookgasafvoersysteem o.b.v. overdruk (C(10)3 of C(11)3) dient het toestel, naast de toepassing van
de CLV ombouwset, eveneens voorzien te zijn van een interne rookgas terugslagklep.
Controleer of deze aanwezig is of plaats deze klep indien nodig.
Intergas Verwarming BV
43
Advertenties
Inhoudsopgave
