Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opdeling Cv-Installatie In Groepen Bij Aanwezigheid Extra Warmtebron; Werkingsprincipe; Installatievoorschrift - Intergas Kombi Kompakt HRE 24/18 A Installatievoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor Kombi Kompakt HRE 24/18 A:
Inhoudsopgave

Advertenties

Vloerverwarmingsverdeler zonder pomp
Sluit het vloerverwarmingssysteem (D) aan en stel de maximale cv-aanvoertemperatuur van
het toestel in op de ontwerpconditie. Monteer op de aanvoerbuis onder het toestel een
klemthermostaat (A). De klemthermostaat met blinde kap dient ingesteld te worden op een
maximale aanvoertemperatuur van 55°C.
Monteer de kamerthermostaat (B) en sluit deze in serie met de klemthermostaat aan op
connector X4 - 6/7 in het toestel. Voor de aansluiting, zie het elektrisch schema § 5.3.1
De CV-pomp in het toestel wordt in deze situatie benut om het drukverlies van het
vloerverwarmingssysteem te overbruggen. Met behulp van de drukverliesgrafiek § 7.5 is het
maximale drukverlies van het vloerverwarmingssysteem te bepalen.
Zorg voor een minimale watercirculatie. Zie § 7.3. Plaats eventueel een by-pass ventiel
(C).
Het is bij een vloerverwarmingssysteem zonder pomp aan te bevelen om onderstaande
parameter instellingen te wijzigen:
par. o van 0 naar 3.
par. P van 5 naar 2.
Par. 5. instellen op ontwerptemperatuur van de installatie.
De interne cv-pomp dient ingesteld te worden conform de leiding berekening van de cv-
installatie. Tevens dient parameter 3 te worden ingesteld op minimaal niveau of het
transmissieverlies van de woning.
5.1.3
Opdeling CV-installatie in groepen bij aanwezigheid extra
warmtebron

Werkingsprincipe

Indien de kamerthermostaat het toestel uitschakelt doordat een andere verwarmingsbron
(houtkachel, open haard, etc) de ruimte opwarmt, is het mogelijk dat de overige ruimten
afkoelen. Dit kan worden opgelost door de CV-installatie op te delen in twee zones. De zone
met de externe warmtebron (Z2) kan middels een elektrische afsluiter (B) worden afgesloten
van het hoofdcircuit. Beide zones worden voorzien van een eigen kamerthermostaat.
N.B. Deze regeling "externe warmtebron" kan alleen worden toegepast indien geen externe
boiler hoeft te worden opgewarmd (installatietype 1).

Installatievoorschrift

1.
Plaats de afsluiter volgens het aansluitschema en sluit deze aan op connector X2 –
3/5/6.
2.
Sluit de kamerthermostaat van zone 1 aan op connector X4 – 6/7.
3.
Sluit de kamerthermostaat van zone 2 aan op connector X4 – 11/12 of maak gebruik
van een RF thermostaat.
4.
Wijzig parameter A (zie Parameter instellingen via de servicecode § 7.2).
Let op: De kamerthermostaat in zone 1
de kamerthermostaat in zone 2 mag zowel een OpenTherm thermostaat, een RF
thermostaat als ook een aan/uit thermostaat zijn.
Aansluitschema regeling "externe warmtebron"
A.
CV-ketel
B.
Elektrische afsluiter 230 V ~
C.
Radiatoren
T1. Kamerthermostaat zone 1
T2. Kamerthermostaat zone 2
Z1. Zone 1
Z2. Zone 2
Intergas Verwarming BV
een aan/uit thermostaat zijn,
MOET
18

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave