Montage
6.3.1
Wandmontage
Het apparaat wordt aan de wand gemonteerd. Op de achterkant
van de behuizing heeft de console (1) boringen voor de
wandmontage.
De bevestigingsmiddelen dienen te worden gekozen
naargelang de gesteldheid van de wand en het gewicht (G) van
het apparaat.
Let bij het monteren erop dat:
•
het apparaat niet te ver van het membraan-
drukexpansievat wordt gemonteerd. Hierdoor wordt
gewaarborgd dat de vuldruk d.mv. de druksensor "PIS"
wordt gemeten.
•
de armaturen bediend kunnen worden.
•
de toevoermogelijkheden van de aansluitleidingen niet
worden belemmerd.
16 — Nederlands
Fillcontrol Plus — 2014-10-15
1
G
000194_001_R001