1.4 Gaskeur
De HRV is voorzien va de volgende gaskeurlabels:
Label
HRV 24 C
Gaskeur basis
HRww
Gaskeur HR
Gaskeur SV
Gaskeur NZ
Gaskeur CW
Gaskeur basis geeft aan dat het toestel voldoet aan de
basiseisen die door de stichting EPK (Energie Prestatie
Keurmerk) zijn gesteld.
Gaskeur SV geeft aan dat de maximale eisen inzake de
uitstoot van schadelijke stoffen niet worden overtreden.
Gaskeur NZ geeft aan dat het toestel geschikt is om als
naverwarmer te dienen bij een zonneboiler.
De maximale specifieke leidinglengte 10/12 mm is de
maximale lengte die de warmwaterleiding van 10 mm
inwendig en 12 mm uitwendig mag hebben om nog aan
de criteria van het Gaskeur CW-label te voldoen.
1.5 CE-markering
Met de CE-markering wordt aangegeven dat het toestel
voldoet aan de criteria van de:
Gastoestellenrichtlijn 90/396/EEG
EMC-richtlijn 89/336/EEG
Rendementsrichtlijn 92/42/EEG
Machinerichtlijn 89/392/EEG, 91/386/EEG, 93/68/EEG
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG, 93/68/EEG
Bedieningshandleiding HR Gaswandketel HRV
HRV 30 C
ja
ja
ja
ja
ja
CW 3
CW 4
2 Veiligheid
2.1 Veiligheidsaanwijzingen
2.1.1 Installatie, instellingen en onderhoud
Let er voor uw eigen veiligheid op dat de installatie, de
instellingen en het onderhoud door een deskundige
ja
installateur worden uitgevoerd. Deze is eveneens
ja
verantwoordelijk voor de inspectie, het onderhoud, de
reparatie, de gas-instellingen en de juiste en veilige
ja
werking van het toestel.
ja
Let op!
? W 2 @ 6 X g ?
ja
? 7 @ @ @ ) X ? f ?
J @ @ @ @ @ 1 ? f ?
7 @ @ @ @ @ @ L f ?
? J @ @ @ @ @ @ @ 1 f ?
W & @ @ @ @ @ @ @ @ L ? e ?
7 @ @ @ @ @ @ @ @ @ ) X e ?
? J @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ 1 e ?
? 7 @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ L ? ?
J @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ 1 ? ?
? W & @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ L ?
Het toestel mag
? 7 @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ ) K
J @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @
7 @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @
@ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @
@ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @
@ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @ @
• voor de ingebruikneming
• voor testdoeleinden
• voor het continue gebruik
alleen met een gesloten kamerdeksel en volledig
gemonteerd en gesloten lucht-rookgassysteem
gebruikt worden.
2.1.2 Gaslucht
Handel als volgt bij het waarnemen van een gaslucht:
• Gebruik geen licht- of andere elektrische schakelaars,
gebruik geen telefoon in de gevarenzone, gebruik
geen open vuur (bijv. aansteker of lucifer), rook niet;
• Draai onmiddellijk de gasstopkraan van het toestel en
hoofdgaskraan dicht;
• Open ramen en deuren;
• Waarschuw uw medebewoners en verlaat het pand;
• Waarschuw het energiebedrijf en/of uw installateur.
2.1.3 Veranderingen aan of in de nabijheid van het toestel
Aan de navolgende zaken mogen beslist geen
veranderingen worden aangebracht:
• Het toestel
• De leidingen voor gas, (condens)water, elektriciteit,
verbrandingslucht en verbrandingsgas
• Het veiligheidsoverstortventiel en het expansievat;
• Ook bouwkundige aanpassingen die de
bedrijfszekerheid van het toestel nadelig kunnen
beïnvloeden mogen niet worden toegepast
2.1.4 Explosieve en lichtontvlambare stoffen
Gebruik of bewaar geen explosieve of lichtontvlambare
stoffen zoals benzine, verf en papier in de opstellings-
ruimte van het toestel.
2.1.5 Inbouw in kasten en dergelijke
Voor inbouw in kasten of nissen en dergelijke gelden
aanvullende installatievoorschriften. Vraag uw
installateur om advies alvorens uw toestel te omkasten.
2.2 Waarschuwing
2.2.1 Bescherming tegen corrosie
Gebruik geen spuitbussen, chloorhoudende reinigings-
middelen, oplosmiddelen, verf, lijm, enz. in de omgeving
van uw toestel. Deze stoffen kunnen in ongunstige
omstandigheden tot een verhoogd risico op corrosie van
uw toestel en leidingen leiden.
Algemeen 1
Veiligheid 2
3