3.2. Aan- en afmelden RF-bedieningen
3.2.1. Aanmelden RF-bedieningen
Meld een draadloze bedieningsschakelaar bij voorkeur
aan in de nabijheid van de ventilatie-unit.
a)
Onderbreek de voedingsspanning van de ventilatie-
unit door de stekker uit de wandcontactdoos te
nemen.
b)
Wacht minimaal 15 seconden.
c)
Breng de ventilatie-unit onder spanning door de
stekker terug in de wandcontactdoos te steken.
d)
Druk binnen twee minuten na het onder spanning
brengen van de ventilatie-unit twee diagonaal
geplaatste knoppen van de RF-bedieningsschakelaar
tegelijkertijd in.
De bedieningsschakelaar wordt aangemeld en de
ventilatie-unit varieert even in toerental ter bevestiging
van de aanmelding. De ventilatie-unit is nu gereed om
met de draadloze bedieningsschakelaar te worden
bediend.
Voor informatie over het aan- en afmelden van optionele
bedieningen zie de documentatie meegeleverd bij die
bedieningen.
3.2.2. Afmelden RF-bedieningen
Meld een draadloze bedieningsschakelaar bij voorkeur af
in de nabijheid van de ventilatie-unit.
a)
Onderbreek de voedingsspanning van de ventilatie-
unit door de stekker uit de wandcontactdoos te
nemen.
b)
Wacht minimaal 15 seconden.
c)
Breng de ventilatie-unit onder spanning door de
stekker terug in de wandcontactdoos te steken.
d)
Druk binnen twee minuten na het onder spanning
brengen van de ventilatie-unit de vier knoppen van
de bedieningsschakelaar tegelijkertijd in.
De ventilatie-unit reageert nu niet meer op de draadloze
bedieningsschakelaar(s). Het afmelden van één
bedieningsschakelaar meldt automatisch
bedieningsschakelaars, regelaars en RF-sensoren af.
Opmerking
Als er meerdere RF-bedieningen en/of RF-sensoren
op de ventilatie-unit zijn aangemeld, moeten alle
bedieningen en sensoren na afmelding opnieuw
worden aangemeld.
alle
23