Werking
Apparaat reinigen voor ingebruikname.
Het apparaat en de onderdelen van het interieur van het apparaat dienen voor de
ingebruikname grondig te worden gereinigd. Zie de richtlijnen in hoofdstuk 'Reiniging
en onderhoud'.
Apparaat aanzetten
Schakel het apparaat aan via de temperatuurregelaar. De temperatuurregelaar bevindt
zich aan de rechterzijde van het interieur. Voor het inschakelen van het apparaat
draait u de temperatuurregelaar van "0//MIN" naar rechts naar de gewenste
temperatuur.
Bij de eerste ingebruikname zet u de temperatuurregelaar eerst op het hoogste
niveau. Na circa 1 uur heeft het apparaat zijn normale bedrijfstemperatuur bereikt en is
het apparaat te gebruiken. De temperatuurregelaar kan nu terug naar de middelste
stand.
Het vriesgedeelte pas na 3 uur gebruiken. Lees hiervoor ook het hoofdstuk
"Temperatuur instellen".
Temperatuur instellen
De temperatuurregelaar dient ertoe om de binnentemperatuur van het apparaat
constant te houden. Het wordt bediend met een draaiknop.
Door het openen van de deur van het apparaat wordt de binnenverlichting
ingeschakeld.
Laag getal / Min
Hoog getal / Max
Door de temperatuurregelaar naar rechts richting een hoger getal/Max te draaien
betekent dat het in de koelkast kouder wordt. Let erop dat de temperatuur verandert
als gevolg van de omgevingstemperatuur (installatieplaats), de frequentie van de
deuropeningen en de hoeveelheid voedsel en drank in het apparaat. Deze factoren
zijn van belang voor een optimale bedrijfstemperatuur.
Bij zeer hoge zomerse temperaturen of naar behoefte draait u de temperatuurregelaar
op een hoger niveau om de gewenste koeltemperatuur te behouden.
Mocht er bij een hoge instelling van de temperatuurregelaar een laag rijp ontstaan
aan de achterste binnenwand adviseren wij om de instelling op een lagere stand
te zetten.
KGC 3 20/ 9 0-5A++
= lage koeling, warmste binnentemperatuur
= hoge koeling, koudste binnentemperatuur
Versie NL 0 3 /2016
Pagina 15 van 32