Gegevens voorbeelden
toerental (tpm)
123.4
Min/max snelheden instellen
De parameters min/max toerental worden gebruikt om het minimum- en maximum toerental in te
stellen via de PROFIBUS-interface. De waarden worden alleen gebruikt als de overeenstemmende bit in
het besturingswoord geactiveerd is en niet nul is. Het zijn allemaal niet-ondertekende 16 bit waarden in
1/10e van de tpm van het pompkop toerental.
Failsafe
De failsafeparameter wordt gebruikt om de correcte stappen te bepalen die uitgevoerd moeten worden
in het geval van een PROFIBUS-communicatiestoring. U vindt de configuratie van de failsafe byte terug
in onderstaande tabel. Indien er geen bits zijn ingesteld of als er een ongeldig bitpatroon is ingesteld, zal
de standaard failsafe de pomp stoppen.
Bit
0x00
Geen failsafe-actie
0x01
Laatste vereiste toerental
0x02
Failsafetoerental
De failsafe-toerental parameter wordt gebruikt om te bepalen op welke toerental de pomp moet blijven
draaien
wanneer
gebruikersparameter bit 1 ingesteld staat.
PROFIBUS-datauitwisseling
Standaardadres:
PROFIBUS Ident:
GSD-bestand:
Configuratie:
Gebruiker parameter bytes:
16 bit
Byte 1
Byte 2
m-730bpn-nl-08
Waarde
1234
er
een
PROFIBUS- communicatiestoring
126
0x0F70
WAMA0F70.GSD
0x62, 0x5D (3 woorden uit, 14 woorden in)
6
Cyclische gegevens schrijven (van master naar pomp)
Besturingswoord (high byte)
Besturingswoord (low byte)
Omschrijving
optreedt
als
in
de
failsafe-
29