Inhoudsopgave
Advertenties
9
Een goede pompinstallatie
9.1
Algemene aanbevelingen
Plaats de pomp op een vlakke, horizontale, stevige ondergrond vrij van overmatige trilling, om de juiste
smering van de tandwielkast en de juiste werking van de pompkop te garanderen. Zorg voor een vrije
luchtstroom rondom de pomp zodat de warmte kan worden afgevoerd. Zorg ervoor dat de
omgevingstemperatuur rondom
bedrijfstemperatuur.
Op pompen met een bedieningspaneel kan de pomp met behulp van de toets STOP op elk gewenst
moment worden stopgezet. Het verdient echter aanbeveling een geschikte plaatselijke noodstopknop in
de netvoeding naar de pomp te installeren.
Stapel de pompen niet met meer dan het aanbevolen maximumaantal boven op elkaar. Zorg er bij het
stapelen van de pompen voor dat de omgevingstemperatuur rondom alle pompen in de stapel de
aanbevolen maximale bedrijfstemperatuur niet overschrijdt.
De pomp kan zo worden ingesteld dat de rotor met de wijzers van de klok mee (rechtsom) of tegen de
wijzers van de klok in (linksom) draait, afhankelijk van welke richting geschikt is.
Let er echter op dat de pompslang van sommige pompkoppen langer meegaat als de rotor rechtsom
draait en dat de drukprestatie van de pomp gemaximaliseerd wordt als de rotor linksom draait. Voor
het verkrijgen van druk in sommige pompkoppen, moet de pomp linksom draaien.
m-730bpn-nl-08
de pomp
Optimale
levensduur
slang
Maximale druk
niet hoger is dan
de aanbevolen
maximale
17
Advertenties
Inhoudsopgave
