Bediening van de wasmachine
Bedieningspaneel
a Sensortoets (temperatuur)
Hiermee kunt u de gewenste tempe-
ratuur instellen
b Sensortoets (centrifugetoerental)
Hiermee kunt u het gewenste centri-
fugetoerental instellen
c Sensortoets (extra functies)
Hiermee kunt u de gewenste extra
functies instellen
d Sensortoets (CapDosing)
Hiermee kunt u de wasmiddeldose-
ring via een capsule activeren
e Sensortoets (startvertraging)
Hiermee kunt u de startvertraging
activeren. Met de startvertraging
kunt u het programma op een later
tijdstip laten starten. De programma-
start kan 30 minuten tot maximaal
24 uur worden uitgesteld. Daardoor
kunt u bijv. het lagere nachttarief
voor stroom gebruiken.
12
f Sensortoets (start/trommel bij-
vullen)
De tekst Start/Trommel bijvul-
len knippert zodra een pro-
gramma gestart kan worden.
Als u de sensortoets aan-
raakt, start het gekozen pro-
gramma. De tekst Start/Trom-
mel bijvullen brandt constant.
Als het programma is begon-
nen, maakt de sensortoets
het bijvullen van de trommel
mogelijk.
g Programmakeuzeschakelaar
voor het kiezen van een programma
en het uitschakelen van het toestel.
U schakelt de wasmachine in door
een programma te kiezen, en u
schakelt haar uit door de program-
makeuzeschakelaar op te zetten.
h Optische interface
Dit gebruikt de klantendienst als
overdrachtspunt.