Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten
stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen
zijn foto's onscherp.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Rode ogen doen zich voor wanneer de ogen van het onderwerp het licht van de cameraflitser
reflecteren.
•
Stel de flitsoptie in op
Rode ogen of
•
Als de foto al is gemaakt, selecteert u
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
•
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 54)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt.
•
Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp.
(pag. 29)
•
Gebruik de modus
. (pag. 38)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk
worden om de camera lang genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de
camera gaan trillen.
Nacht in de modus
•
Selecteer
•
Schakel de flitser in. (pag. 52)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 54)
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
•
Maak geen foto's tegen de zon in.
•
Selecteer
Tegenl. in de modus
•
Stel de flitseroptie in op
•
Pas de belichting aan. (pag. 62)
•
Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (pag. 63)
•
Stel de lichtmeting in op
6
Anti-rode ogen. (pag. 52)
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 81)
. (pag. 34)
. (pag. 34)
Invulflits. (pag. 52)
Spot als een onderwerp zich in het midden van het kader bevindt. (pag. 63)