a. De zorgvrager van je weg verplaatsen in bed
•
De hulpverlener neemt een dynamische houding aan, heeft zijn/haar armen
gestrekt, een rechte rug als het verlengde van het achterste been en zijn/haar
gewicht rust op het achterste been.
De handen van de hulpverlener zijn gekanteld. De zorgvrager wordt verscho-
ven
door tegen het schouder- en heupgebied te duwen terwijl het gewicht
van de
hulpverlener van het achterste naar het voorste been verplaatst
wordt.
b. De zorgvrager naar je toe verplaatsen in bed
•
De hulpverlener zet zijn/haar armen om de schouder en heup van de
zorgvrager en 'hangt' als het ware met rechte handen over de zorgvrager.
De
hulpverlener staat in een dynamische houding met een rechte rug en
zijn/haar bovenlichaam voorover gebogen.
Het gewicht van de hulpverlener wordt van het voorste naar het achterste
been verplaatst. De hulpverlener zorgt dat het hoofd en de voeten van de
zorgvrager ook netjes verplaatst worden, zodat de zorgvrager recht ligt.
4. Stapsgewijs van lig naar zit in bed
•
TSTC ligt onder de zorgvrager, haal deze weg;
•
Nodig de zorgvrager uit om op zijn/haar zij te draaien. Indien dit niet mogelijk
is, faciliteert de zorgvrager de beweging;
13